Vorige week reageerde de Amerikaanse honkbankspeler Gerrit Cole op de beschuldiging van valsspelen. Hij zou een product, Spider Tack, gebruiken om zijn grip op de bal te verbeteren. Spider Tack is een extreem plakkerig, spinnenwebachtige pasta, die naast de grip ook de wrijving verbetert. Dit kan de spinsnelheid van de worp aanzienlijk versnellen.
Gerrit Cole verdedigde zich met de opmerking dat hij eenvoudigweg deed wat hem was geleerd door voorgangers. Toegeven dat hij Spider Tack of een soortgelijk product gebruikte deed hij niet. “Er zijn gebruiken en gewoonten die zijn doorgegeven door oudere spelers op jongere spelers. Daar zullen dingen bij zijn die voorbij grenzen gaan …”
De videoboodschap van Gerrit Cole maakte direct verhalen los over de geschiedenis van honkbal. Waarbij we dan maar denken dat het alleen over Amerikaans honkbal gaat. Het blijkt een geschiedenis van valsspelen, gokken en drugsgebruik.
Volgens een journalist van de New York Post had Cole ook kunnen zeggen: “Mensen verdienen al geld aan honkbal sinds 1869. En sinds die tijd zoeken professionele spelers naar voordelen om hun spel te beïnvloeden, binnen de regels of daarbuiten. Dat is 152 jaar. Een lange traditie van valsspelen.”
Een verhaal dat weer naar boven wordt gehaald is het gokincident in 1919. In dat jaar hebben de White Sox uit Chicago een fantastisch seizoen. De eigenaar verdient veel geld, maar weigert zijn spelers behoorlijke te belonen. Twee gokkers op sportweddenschappen zien de ontevredenheid bij de spelers. Ze overtuigen acht van hen een wedstrijd te verliezen – terwijl de kans dat ze winnen enorm is.
Ook de sterspeler, Eddie Cicotte, doet mee. De eigenaar van de White Sox beloofde hem 10.000 dollar als hij 30 wedstrijden wint. Maar de gierige en slinkse eigenaar houdt hem aan de kant, waardoor Cicotte de 30 wedstrijden niet vol kan maken. Het aanbod van de gokkers de 10.000 dollar, twee jaarsalarissen, te verdienen met valsspelen neemt de dan 35-jarige speler daarom graag aan.
Tijdens een worp gooit Cicotte met opzet tegen de slagman Morrie Rath. Het is het teken voor maffiabaas Arnold Rothstein dat hij de matchfix aanneemt. Het valsspelen komt uit, maar de acht spelers worden niet veroordeeld. Wel bant de honkbalbond de acht spelers; ze mogen hun verdere leven niet meer aan professionele wedstrijden deelnemen. En de bond scherpt de maatregelen tegen valsspelen aan.
Er blijken in de geschiedenis van honkbal drie vormen van spelmanipulatie: manipuleren van spelmateriaal, gokken/matchfixing en drugsgebruik. De toepassing beweegt zich in een golfbeweging door de geschiedenis, en waarschijnlijk niet alleen door die van honkbal.
Het manipuleren van spelmateriaal geeft zonder meer de leukste verhalen. Want matchfixen gebeurt op de achtergrond, buiten het zicht van publiek. Die zien in 1974 Graig Nettles een homerun slaan en in een volgende beurt zijn knuppel breken. ‘Shit happens’, zullen ze hebben gedacht als blijkt dat hun team daardoor ook de wedstrijd verloor.
Uit de persbijeenkomst van Gerrit Cole blijkt dat naast Spider Tack ook andere middelen gangbaar zijn, zoals pijnboomteer en zonnebrandcrème. Of op zijn minst worden producten uitgeprobeerd. Daarbij gaat het om kleverigheid en de grip die ermee wordt bereikt.
Populair schijnt ook te zijn het volstoppen van de barrel, het verbrede deel van de honkbalknuppel waar mee de bal wordt geraakt. De bal bewerken is een andere manier de worpsnelheid te verbeteren. In zijn autobiografische bekentenis ‘Me and the spitter’ geeft oud-honkballer Gaylord Perry meerdere voorbeelden.
Hij vertelt dat scheidsrechters regelmatig controleerden op gebruik van onreglementaire producten. Dan moesten hij en zijn medespelers hun achterzakken weer eens legen of werden handschoenen gecontroleerd. Bij Perry vonden ze onder andere zaagsel in zijn achterzak. Een andere speler droeg een nagelvijl mee in zijn handschoen. En weer een ander had schuurpapier verstopt achter zijn broekriem.
Vullen van de barrel deed men met bijvoorbeeld kurken of rubber balletjes. Een product om ballen te manipuleren waren naalden. Die zijn bij een groot aantal honkballers ontdekt. En oud-speler Whitey Ford bralde na zijn actieve periode jarenlang over hoe hij de bal bewerkte, waarbij zijn trouwring favoriet was. Daarvoor, en voor het gokken, werkte hij samen met zijn vangers (catchers).
Je zou denken dat de mogelijkheid als valsspeler te worden betrapt veel jongeren ervan weerhoud. Helemaal in deze tijd van sociale media en geglobaliseerd nieuws. En anders zouden het goede salaris, de toegenomen controle en steeds zwaardere straffen een jonge speler moeten helpen de verleiding te weerstaan.
Maar het blijkt niet zo te zijn. De spelers zijn jong, en zijn op hun top van fysieke fitheid. Ze voelen zich onfeilbaar. Mede door de beschuldigingen aan het adres van Gerrit Cole zijn de regels bij het Amerikaanse honkbal verder aangepast.
Vanaf afgelopen maandag controleert de Amerikaanse honkbalbond nog strenger op spelmanipulatie en drugsgebruik. En de straffen zijn verzwaard. Scheidsrechters gaan meer en willekeurig controleren. Dat gebeurde voorheen op verzoek van het andere team; nu doen ze dat op eigen initiatief.
Spelers die worden betrapt op spelmanipulatie, gokken/matchfixing of gebruik van drugs riskeren een lange schorsing of totale uitsluiting van professioneel honkbal spelen.