Curaçao begon onlangs met een drastische hervorming van de regels rond de aanvraag van Curaçaose vergunningen. De regering maakt het verkrijgen van een vergunning duurder en de regels strenger. Ze heeft daarvoor een gokautoriteit opgezet. Die zal onder andere toezicht houden op illegaliteit en witwassen.
De regering wil ook bijhouden hoeveel licenties er zijn uitgegeven. Want er zijn in het verleden veel vergunningen afgegeven, maar het aantal is niet bekend. En daar leed vooral de schatkist van Curaçao onder.
Curaçao behoort met Malta tot de grootste aanbieders van gokvergunningen. Maar waar Malta een redelijk goede naam heeft opgebouwd, geldt dat niet voor het eiland dat behoort tot het Koninkrijk der Nederlanden.
Het had een extreem liberaal beleid met lage toegangsdrempels en nauwelijks controle. Dat trok in het verleden naast bonafide casinobazen ook gelukzoekers, die een graantje wilden meepikken aan de groei van online gokken.
Serieuze gokkers kijken daarom waar van hun favoriete casino’s zijn gevestigd. Het gemakkelijkste was lange tijd de gokbedrijven met een Curaçaose vergunning links te laten liggen. Of ze aan een extra onderzoek te onderwerpen.
Bij het huidige systeem op Curaçao hebben vier particuliere organisaties een vergunning van de overheid. Zij geven sublicenties uit aan gokbedrijven. Overheidscontrole is er nauwelijks en ook het aantal afgegeven Curaçaose vergunningen aan derden is onbekend. Dat zich daar ook dubieuze casino’s onder bevinden weet men al jaren.
Dat de overheid nauwelijks financieel profiteert van haar positie in de gokwereld is een reden de regels aan te passen. Maar er kwam ook steeds meer druk op de regering, bijvoorbeeld door internationale regels rond witwassen.
Bij de nieuwe vergunningen zijn er daarom vooral strenge regels om witwassen tegen te gaan. Maar bescherming van gokkers staat ook hoog genoteerd. Een aanvullende eis is lokale aanwezigheid. Daarbij moeten de gokcomputers van de gokbedrijven zich, evenals bij Maltese vergunningen, op het eiland bevinden.
Er komt een overgangsperiode van een jaar waarbij gokbedrijven een tijdelijke vergunning krijgen. Ze kunnen dan onder andere bekijken of ze een vergunning willen onder het nieuwe systeem. Meerdere bedrijven zullen daarbij afhaken omdat ze binnen de nieuwe regels geen levensvatbare exploitatie kunnen bieden. Of ze hebben andere redenen om af te zien van een nieuwe vergunning.
Het kaf wordt van het koren gescheiden, geeft de Curaçaose overheid aan. Bedrijven die zich met verkeerde bedoelingen in de gokwereld begeven maken nu ook op Curaçao minder kans. Dat biedt meer veiligheid voor spelers bij casino’s met Curaçaose vergunningen.
Het nieuwe systeem komt op een moment dat veel landen eigen regels invoerden rond gokken. Die wetten en regels leggen de controle meestal op de plaats van levering. Er wordt daarbij dus niet alleen naar de vestigings- en vergunningslocatie van het gokbedrijf gekeken. Het gokbedrijf moet ook een licentie hebben in het land waar ze haar diensten wil aanbieden.
Een land controleert daarbij zelf de internationale afspraken tegen witwassen. Maar heeft vaak ook eigen regels om bijvoorbeeld veilig spelen voor haar inwoners te waarborgen.
Javier Silvania, minister van Financiën op Curaçao, vertelt dat Curaçao weinig voordeel had aan het oude systeem. Het leverde financieel nauwelijks iets op en bezorgde het eiland een slechte naam. Het waren vooral de vier particuliere vergunninghouders die verdienden.
Met het nieuwe systeem houdt de overheid, via de gokautoriteit, directe controle op de Curaçaose vergunningen. De inkomsten uit vergunningverlening vloeien direct in de staatskas. En over enkele jaren zal Curaçao een aantrekkelijker vestigingsplaats zijn voor gokbedrijven.