De concerten en theatervoorstellingen in Venetië in de 17e eeuw zijn beroemd en berucht. Bij de vaak prachtige gelegenheden laat iedereen zich graag zien. Maar er zijn genoeg redenen voor anderen er hun beklag over te doen. De voorstellingen lopen vaak uit op decadente feesten. De paus spreekt van het faillissement van de moraal. Later verwoordt en verbeeldt Carlo Goldini in zijn toneelstukken.
Er zijn in die tijd vele illegale gokgelegenheden. Die zijn er overigens ook in Nederland en ander landen in Europa. In Nederland speelt men kaart in herbergen. In Venetië gebeurt het op vele plekken, onder andere in zijzaaltjes van theaters.
Zo’n zijzaaltje heet een ridotto. Het is een voorkamer of wat we nu een foyer noemen. Daar wordt gegokt, gedronken, gefeest en gehoereerd. De Venetianen houden van de concerten en theatervoorstellingen. Maar het amusement in de ridotti (meervoud van ridotto) en andere gokgelegenheden zijn favoriet.
De regering is tegen het gokken en de wantoestanden. Ze heeft tevergeefs een officieel verbod uitgevaardigd tegen de huizen waar bordelen, winkels en andere zaken zijn ondergebracht, bijvoorbeeld in een besluit van 29 dec 1628.
In het besluit wordt ook gokken op straten, pleinen en andere openbare plaatsen verboden. Huizen waarin, voor derden toegankelijke ridotti worden georganiseerd, moeten binnen vijftien dagen sluiten. Medewerkers zullen zwaar worden bestraft. Een ridotto is dan synoniem aan een verborgen kamer.
Tien jaar later blijken de verboden en veroordelingen tegen gokken tevergeefs. In een poging het gokken te reguleren geeft de Venetiaanse republiek Marco Dandolo, lid van een invloedrijke Italiaanse familie, toestemming een officieel speelhuis te openen in zijn paleis in San Moisè. Het wordt de Ridotto genoemd en het is het eerste westerse casino dat met toestemming van de overheid is gestart.
De regering geeft toestemming omdat ze daardoor enige controle denkt te kunnen uitoefenen. Maar vooral om mee te profiteren van de winst. Het Openbare Ridotto, zoals de overheid het noemt, ligt vlak bij het San Marco plein. Vooral in het Carnaval seizoen weten velen de gokgelegenheid te vinden. Niet alleen Venetianen. Er komen gokkers uit heel Europa.
Over de beginperiode is weinig bekend. Dankzij de Venetiaanse schilder Francesco Guardi krijgen we, ruim honderd jaar na de opening, wel een indruk. Hij schildert tussen 1755 en 1765 meerdere schilderijen rond het thema Ridotto. Het is kort voor een rigoureuze verbouwing in 1768. Daarbij wordt het gebouw gerenoveerd en uitgebreid naar ontwerpen van de renovatie-architect Bernardino Maccarucci.
In de teksten uit die tijd wordt niet helemaal duidelijk of onderstaande beschrijving slaat op het Ridotto van voor of na de verbouwing. Kijkend naar de schilderijen van Guardi zou je denken dat het voor de verbouwing is. Maar er zijn historici die het plaatsen na 1768.
Het Ridotto heeft een grote zaal, ook wel de entreehal genoemd, waarvan de muren zijn behangen met leer en waar het licht komt van grote kroonluchters. Rond deze zaal bevinden zich tientallen ruimtes om te spelen. En er zijn twee kleinere zalen, de zogenaamde restauratieruimtes. In de ene drinken de spelers thee en koffie en eten ze chocolade, in de andere kunnen ze wijn krijgen met koekjes, worstjes en fruit.
In elke speelzaal zit een edelman met voor zich stapels gouden munten (sequins) en dukaten. Hij speelt de bank voor iedereen, mits welgesteld burger en gemaskerd. Vrouwen en kinderen worden toegelaten. Behoren ze tot de welgestelde burgerij dan mogen ze ongemaskerd zijn.
De Italiaanse toneelschrijver Carlo Goldoni schrijft uitgebreid over de Ridotto in zijn memoires. Hij keurt af wat er daarbinnen allemaal gebeurt. In 1750 brengt hij zijn afkeur naar voren in het toneelstuk Il Giuocatore (oude speling voor de speler).
Zijn toneelverhaal gaat over een oneerlijke speler, gokverslaving, de teleurstelling over verlies en de hoop op winst, en de vrees voor de volgende beurt, die toch zeker het gewenste fortuin moet opleveren.
Kort na het toneelstuk van Goldini verschijnt in Venetië de roman ‘Le memorie di madama Tolot ovvero la giocatrice di lotto’ (de memoires van mevrouw Tolot of de lottospeler). Het boek van Pietro Chiari wordt buitengewoon succesvol, ook buiten Venetië. Het handelt over de lotto, een spel dat na jaren van gedogen en acceptatie in 1734 een permanente plek krijgt in de Italiaanse samenleving.
Het blijkt dat de gevaarlijkste gokspellen dan al uit de Ridotto zijn verbannen. Er zijn ook, ondanks het verbod, altijd illegale speelhallen gebleven. Maar…
San Marco plein in Venetië, 1720
In de gokzalen van het Ridotto is geen geluid te horen. Men speelt het spel in absolute stilte terwijl in koele bloede kapitalen van eigenaar veranderen. De ene na de andere gegoede familie ruïneert zich.
De regering voelt zich gedwongen radicale maatregelen te nemen. Op 27 november 1774 beslist de ministerraad tot sluiting van de Ridotto. Kort daarna slenteren vele Venetianen over het San Marco plein, merkt een schrijver op, en hij vervolgt:
Onder de gehele bevolking groeit de melancholie. De joden worden zo geel als pompoenen, de handelaren drijven geen handel, de maskermakers vergaan van de honger en de handen van bepaalde heren, gewend om de kaarten tien uur per dag te schudden, zijn nu verschrompeld en gekrompen. De realiteit is dat ondeugden absoluut noodzakelijk zijn voor de macht van een staat…
We plaatsen wekelijks nieuwe artikelen, houd onze blogpagina dus goed in de gaten. Lees onder andere over het succesvolle casino van Francois Blanc, of ontdek waarom er in de 19e eeuw in Londen een moord werd gepleegd vanwege een gokschuld … hoe het met de dader afliep kun je waarschijnlijk wel raden.