Zijn mensen gokkers van nature? De Chinezen gokten al ver voor onze jaartelling1. Dat in het Westen kaartspelen, dobbelstenen en dergelijke pas veel later werden geïntroduceerd zegt niet zoveel. We zagen dat bij de kruisiging van Jezus al werd gespeeld om zijn mantel2.
Is gokken een onderdeel van de menselijke natuur, zoals we in het stenen tijdperk ook op zoek gingen naar voedsel? Het is een vraag waar wetenschappers vanuit meerdere disciplines zich over zouden kunnen buigen. Historici, sociologen, biologen, economen en anderen hebben allen raakvlakken met de vraag.
Het antwoord op de vraag is deels eenvoudig. Antropologen gingen op zoek en het blijkt dat op grote delen van de wereld niet werd gegokt. Er waren geen kaarten, dobbelstenen of andere attributen om mee te gokken. Mensen in de onderzochte gebieden hadden nooit de behoefte gevoeld te gokken. En daarmee lijkt de vraag dus te moeten worden beantwoord met een ‘nee, we zijn geen gokkers van nature. Gokken zit niet in de menselijke natuur’.
Je zou kunnen denken dat het over duizenden jaren geleden gaat. Dat er in een ver verleden gebieden waren waar niet werd gegokt. Maar het is veel korter. Weddenschappen op het verloop van sportwedstrijden worden in bijvoorbeeld Australië pas 150 jaar gedaan3. En op meerdere plaatsen in de wereld is gokken in welke vorm ook, pas 50 jaar of korter geleden onder de aandacht gekomen.
Denk aan de inheemse bevolking van vrijwel heel Zuid-Amerika, mensen op de eilanden in de Stille Oceaan en bewoners van afgelegen gebieden in Oost Rusland en Noord Scandinavië. Enkele van die bevolkingsgroepen kennen vormen van gokken pas sinds enkele tientallen jaren. Anderen kennen het nog steeds niet. Gokken zit dus niet in onze menselijke aard. Anders hadden die mensen het immers, evenals de Chinezen, wel bedacht en ook iets als een dobbelsteen bedacht.
Wellicht is de vraag toch nog niet helemaal bevredigend beantwoord. Een vervolgvraag zou kunnen zijn: waarom kennen die mensen het pas zo kort of helemaal niet, terwijl China en het Westen wel al lange tijd gokspellen kennen?
Hier ligt ook weer een eenvoudig antwoord voor het oprapen. We zeggen dan, die mensen leefden geïsoleerd en marginaal. Zulk leven zegt natuurlijk niets over de menselijke aard. Het vertelt ons hooguit dat volkeren onze uitvindingen, gewoontes en spellen niet hebben leren kennen4.
Maar het eenvoudige antwoord is niet juist. Voor veel van de gebieden geldt namelijk dat ze helemaal niet geïsoleerd en marginaal waren. In Zuid-Amerika bestonden georganiseerde leefgemeenschappen die contact met elkaar onderhielden. Bovendien kwamen daar in ieder geval rond 1400 ook al ontdekkingsreizigers uit Nederland, Spanje, Frankrijk en Engeland.
En Australië, Nieuw-Zeeland en de andere eilanden in de Stille Oceaan kenden handelsnetwerken lang voor kapitein Cook zijn ontdekkingstochten aanving5. Als die bevolking gokkers van nature zouden zijn, hadden ze eenvoudig dobbelstenen kunnen bedenken. Of ze hadden ze kunnen meenemen van een van hun reizen, bijvoorbeeld uit Zuid -Azië.
We kunnen veilig concluderen dat wij geen geboren gokkers zijn. Wanneer hij het niet kent, heeft een mens klaarblijkelijk geen behoefte te gokken. De meeste mensen op aarde zijn inmiddels met gokken in aanraking gekomen. Door steeds betere en snellere verbindingen over land, ter zee en in de lucht. En tegenwoordig komen we zelfs digitaal live in elke uithoek van de wereld.
Daarbij doet zich een interessant fenomeen voor. Volkeren die pas veel later gokspellen leerden kennen, bijvoorbeeld ergens in de afgelopen 50 jaar, hebben een veel groter probleem met gokverslaving6.
We constateerden dus dat we geen gokkers van nature zijn, gokken zit niet in onze genen. Dat de ene mens wel neigt tot verslaving en de ander niet, is volgens wetenschappers voor een groot deel wel genetisch bepaald. Daarnaast speelt de omgeving speelt een belangrijke rol.
Maar hoe zit het dan met het verschil tussen bevolkingsgroepen die, zoals in het Westen, al een lange gokgeschiedenis kennen en de, in verhouding, grotere verslavingsgevoeligheid van volkeren die sinds kort gokspellen kennen?
Het idee was dat gokverslaving vaker voorkomt bij mensen die meer blootstaan aan gevaren in hun leven. Dat werd door onderzoekers echter al snel verworpen. In landen waar gokken al lange tijd bekend is was dat immers al geen reden gebleken.
Bovendien zijn de gevaren vaak veel groter in de meeste gebieden waar gokken pas veel later werd geïntroduceerd. Australië heeft bijvoorbeeld de gevaarlijkste en dodelijkste dieren ter wereld. En in de wildernis, op de toendra’s, in de regenwouden of op een Siberisch landschap zijn de gevaren door de natuurlijke omgeving enorm. Toch zijn die mensen, toen ze nog onbekend waren met onze Westerse gokspellen, niet gaan gokken. En ik herhaal het nog maar eens, ze hebben zelf ook geen gokspelletjes ontwikkeld.
Waardoor blijken ze dan, sinds ze met gokken in aanraking kwamen, verslavingsgevoeliger dan mensen die slot machines, roulette, weddenschappen en loterijen al heel lang kennen? Het antwoord wordt momenteel gezocht in het verschil in economische omstandigheden, geldbesef, het grotere gebruiksgemak van ons geld ten opzichte van hun ruilmiddelen. En natuurlijk de kans bij gokken op snel geld verdienen.
Naar het antwoord op het verschil in gokverslaving moeten de wetenschappers nog even verder zoeken. In ieder geval is vastgesteld dat de mens geen gokker van nature is. En we weten inmiddels min of meer zeker, dat de kans op gokverslaving in landen die al langer gokspellen kennen in grote mate wordt bepaald door genen.
Gelukkig zit in mijn genen geen neiging tot verslaving. Ik speel dus nog even een spelletje voor mijn plezier.