Als Nederlanders hebben we te maken met een paar vooroordelen. We zijn lang, fietsen veel, winnen nooit een WK finale voetbal en zijn heel direct. De meeste van die vooroordelen zijn gewoon meetbaar. Gemiddelde Nederlandse mannen zijn inderdaad het langst (de vrouwen leggen het af tegen de Letse dames), de teller staat op vier finales en nul bekers en 26% van al het vervoer in Nederland gaat met de fiets – Japan is tweede met 11%.
Maar die directheid, die is niet zomaar meetbaar. Of toch wel? Om inzicht te krijgen in deze ‘typisch Nederlandse’ eigenschap, hebben we een meting gedaan. Aan meer dan 500 respondenten werd gevraagd hoe direct ze zichzelf en anderen vinden, terwijl ze ook antwoord gaven op directere vragen. Dit levert natuurlijk een veel beter beeld op dan een vooroordeel. Dus, hoe direct zijn Nederlanders? We gaan het zien in de belangrijkste bevindingen.
Als Nederlanders als volkje al direct zijn, geldt dat nog meer voor mannen. Liefst 54% van de ondervraagden vindt mannen net direct genoeg, terwijl nog eens 23% mannen te direct vindt. Samen dus 77%. Tellen we die twee uitkomsten op bij de vrouwen, dan is dat maar 57%. Iets minder dan de helft van de vrouwen, 43%, is dus niet direct genoeg of zelfs helemaal niet direct.
Soms vraagt een professionele omgeving voor een andere benadering. Dus vroegen we mensen of ze op werk directer zijn dan in hun privéleven. Meer dan de helft van de mannen merkt geen verschil. Bij de vrouwen is dat percentage 39%. Het verschil tussen mannen en vrouwen zit vooral in dat vrouwen op werk minder direct zijn dan de mannen, 14% tegenover 4%.
De vragen gingen niet alleen over hoe direct mensen zichzelf of anderen vonden, maar behandelden ook een aantal scenario’s. Bijvoorbeeld: hoe eerlijk ben je als je iemands eten niet zo lekker vindt? In dat geval zijn jongeren duidelijk het meest direct. Bijna 48% van ondervraagden van 18 jaar tot 30 zou hier altijd of bijna altijd wat over zeggen. Ouderen daarentegen van 60 jaar of ouder eten gewoon hun daghap op en zeggen hier in 85% van de gevallen er soms of (bijna) nooit wat van.
De drie meest directe provincies zijn Utrecht, Zeeland en Limburg. Utrechters spannen de kroon doordat 92% zichzelf direct vinden. Kort opgevolgd met Zeelanders die dat voor 89% vinden. De derde meest directe provincie is Limburg met 86%. De minst directe provincies zijn Overijssel met 38% en Friesland met 37%.
Uit de antwoorden blijkt in ieder geval dat Nederlanders vrij direct zijn – of in ieder geval zichzelf vrij direct vinden. Vrouwen worden minder direct gevonden, door mannen én door andere vrouwen.
Aan meer dan 500 Nederlanders hebben we gevraagd hoe direct zij mannen, vrouwen en zichzelf vinden. Daarnaast hebben we ook situaties geschetst waarin directheid af kan worden gemeten. De respondenten kwamen uit alle provincies, waren 18 jaar of ouder en vertegenwoordigden alle leeftijdsgroepen. De respondenten identificeerden zich voor 59,96% als vrouw en 40,04% als man.
Geslacht | 18-29 | 30-44 | 45-60 | >60 | Totaal |
---|---|---|---|---|---|
Vrouw | 31.91% - 97 | 39.47% - 120 | 17.76% - 54 | 10.86% - 33 | 59.96% - 304 |
Man | 21.67% - 44 | 30.05% - 61 | 24.14% - 49 | 24.14% - 49 | 40.04% - 203 |
Totaal respondenten | 141 | 181 | 103 | 82 | 507 |