Het Fibonacci-systeem is gebaseerd op een logische cijferreeks. Het werd in 1202 beschreven door de Italiaanse wiskundige Leonardo Pisaro. Zijn vader was een aardige man die daarom Bonaccio (goedzak) werd genoemd. Bij Leonardo werd ‘zoon van Bonaccio' (Figlio di Bonaccio) samengevoegd tot Fibonacci.
Het boek Liber Abaci (boek van berekeningen) van Fibonacci wordt beschouwd als het eerste wiskundige boek in het Westen. In Egypte, het Midden-Oosten en Azië waren ze al langer met wiskunde bezig. Pisano had in al die gebieden gestudeerd en ongetwijfeld gehoord over de reeks, die toen al eeuwen oud was. Het werd al ver voor Christus gebruikt bij het maken van gedichten. Die werden opgebouwd volgens een vaste reeks, zoals we ook regels kennen bij de limerick, de haiku of een sonnet.
In zijn boek beschrijft Leonardo de reeks, die voor roulette-spelers direct duidelijk maakt hoe het Fibonacci-systeem werkt: 0, 1, 1, 2, 3, 5, 8, 13, 21, 34, 55, 89 etc
Elk getal is telkens een verdubbeling van de twee voorgaande getallen. Het is een bijzondere getallenreeks. De verhouding tussen twee opvolgende getallen, vanaf het vierde getal, blijkt namelijk overal in de natuur voor te komen. Bijvoorbeeld bij de voortplanting van bijen, de groei van bladeren aan een boom en bij allerlei andere fenomenen is de verhouding teruggevonden. We kennen de verhouding als de Gulden Snede.
Vaak wordt de reeks ook in verband genoemd met Leonardo da Vinci’s tekening van de perfect mens. Maar dat blijkt onjuist. De verhoudingen op die tekening zijn kleiner. Wellicht dat de perfecte mens wel die Fibonacci-verhoudingen heeft, dan bestaat die mens eenvoudig nog niet. Het Fibonacci-systeem bij roulette bestaat echter en volgens sommige spelers is die wel al perfect.
Hoe werkt het Fibonacci-systeem bij roulette? Je speelt het op de enkelvoudige kans, dus bijvoorbeeld op rood-zwart. De eerste inleg is een door jou gekozen bedrag. Daarmee start je de reeks. Bij verlies verhoog je je inzet met de som van de twee voorgaande inzetten, waarbij je een denkbeeldige 0 als eerste getal hanteert. Je tweede inleg is dus gelijk aan de eerste.
Bij winst ga je twee inzetten terug om je volgende inzet te vinden. Dat blijf je, telkens winnend en verliezend, doen tot je weer bij je oorspronkelijke inzet bent.
De reeks van Fibonacci is heel logisch en het systeem lijkt daardoor eenvoudig. Toch moet je erbij nadenken. Zeker wanneer je met een andere eerste inleg, dan 1 euro, speelt en daardoor een afwijkende reeks hebt. De oorspronkelijke Fibonacci reeks ken je waarschijnlijk snel uit je hoofd, bij een andere inleg is dat een stuk lastiger.
Wanneer je eerste inleg bijvoorbeeld 5 euro is, dan ziet de reeks er als volgt uit:
(0) 5, 5, 10, 15, 25, 40, 65, 105, 170, 275, 445 etc.
Bij een inleg van 10 euro is het weer eenvoudiger. Dan komt er immers een 0 bij de oorspronkelijke reeks van Fibonnaci: 10, 10, 20, 30, 50, 80, 130, 210 etc.
Stel je begint met 5 euro en je verliest. Je volgende inzet is dan weer 5 euro. Wanneer je weer verliest zet je in de derde beurt 10 euro in. Je verliest nog een paar keer en zet respectievelijk 15, 25 en 40 euro in. Bij de daarop volgende beurt heb je 65 euro ingezet en je wint. In de volgende beurt zet je dan 25 euro in (twee plaatsen terug in de reeks). Win je die beurt ook, dan zet je daarna 10 euro in.
Bij een snelle afwisseling van winst en verlies kun je enige winst boeken. Maar bij negatief progressieve roulette-systemen geldt in het algemeen dat de winst klein is en dat je bij meerdere opvolgende verliezen hoge bedragen moet inzetten. Het duurt daarna lang voor je die verliezen hebt goedgemaakt.
Het is volgens ervaren spelers daarom verstandig, wanneer je het Fibonacci-systeem een tijdje hebt gespeeld, aanpassingen te maken aan het systeem. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor onderstaande aanpassing,
Bij het Fibonacci-systeem ga je bij winst twee plaatsen terug en speel je door tot je uiteindelijk weer bij je eerste inleg terug bent. Je kunt als variant ook een of meerdere keren niet twee plaatsen teruggaan. Je inleg is dan dus hoger, maar bij winst verdien je sneller of werk je eventuele verliezen sneller weg. Met het risico natuurlijk dat je verliezen oplopen.
Een in de roulette-wereld regelmatig genoemd systeem is dat van Whittaker. Volgens velen is dit echter niet anders dan het Fibonacci-systeem of hooguit slechte een lichte variant. De variatie zit dan in het moment waarop je verdubbelt.
Bij het Whittaker-systeem doe je dat wanneer je twee keer achter elkaar verliest. Heb je bij de gewone Fibonacci reeks (0, 1, 1, 2, 3, 5, 8) al een paar keer verloren en was je laatste inleg 5 euro, dan zet je nog een keer 5 euro. Verlies je dan zet je in de volgende beurt 8 euro.