Uit onderzoek blijkt al dat er een relatie is tussen bepaalde levensgebeurtenissen en gokproblemen. De relatie tussen cyberpesten en gokproblemen was echter nog niet onderzocht. Toch werd al enige tijd gesuggereerd dat er een relatie zou zijn. Jongeren die te maken hebben met cyberpesten zouden sneller een gokprobleem hebben. Dat zou met name gebeuren bij de jongeren die niet goed om kunnen gaan met de problemen en stress die uit het pesten voortkomen.
Diezelfde onhandige emotionele omgang met problemen thuis, op school en soortgelijke situaties zou een rol spelen bij jongeren die gokproblemen hebben.
Begin oktober dit jaar publiceerde een team van dertien Spaanse onderzoekers hun rapport. Ze deden onderzoek naar cyberpesten en gokproblemen. De onderzoekers bekeken hoeveel cyberpesten voorkomt onder jongeren in het algemeen en onder jongeren met een gokprobleem. Ze analyseerden daarbij bij beide groepen ook de verschillen in manieren waarmee werd gegaan met problemen. En mogelijke verschillen in middelenmisbruik (alcohol, drugs e.d.).
Ze maakten voor hun onderzoek een uitgebreide vragenlijst. Die legden ze voor aan een groep jongeren, waarvan al bekend was dat ze een gokprobleem hadden. En ze deden een steekproef onder een ‘gewone’ doorsneegroep jongeren.
Door onderzoek in beide groepen werd duidelijk dat door cyberpesten de emotionele ontregeling toenam. Jonge slachtoffers, adolescenten en jongvolwassenen, van cyberpesten bleken veel minder goed in het omgaan met hun emoties. Vooral hadden ze moeite de stress te verwerken en om te gaan met de situatie.
Problematisch gokgedrag en middelenmisbruik bleek een gevolg. Wat dan vaak leidde tot concentratiestoornissen, depressiviteit, lager zelfbeeld en meer. Bij een gokprobleem volgde vaak ook middelmisbruik.
Een gehanteerde definitie van cyberpesten is ‘herhaaldelijk verspreiden van vijandige of agressieve berichten door een individu of groep via elektronische of digitale media, bedoeld om een ander of anderen schade toe te brengen of ongemak te berokkenen’.
Er zijn meer onderzoeken gedaan naar slachtoffers van cyberpesten. Daarbij bleek al dat zij veel minder emotioneel zelfredzaam zijn. Aanvullend probleem daarbij is, doordat ze de emotionele druk niet aankunnen, dat ze niet weten wanneer ze hulp en steun moeten vragen.
Hun gokprobleem of andere gevolgen komt daardoor meestal laat aan het licht. Die problemen blijken overigens, volgens sommige onderzoekers, pas te ontstaan wanneer het cyberpesten, of andere emotionele onderdrukking, voortdurend plaatsvindt.
Volgens de dertien Spaanse onderzoekers keken eerdere onderzoeken wel naar onderdelen van de relatie tussen cyberpesten, gokproblemen en de psychologische aspecten. Maar nog niet naar het geheel. Zij wilden daarom kijken naar hoeveel cyberpesten voorkomt binnen een groep, hoe slachtoffers daarmee omgaan, en het verband tussen cyberpesten en gokproblemen.
Meest opvallend vonden zij daarbij dat het aantal gevallen van cyberpesten ongeveer even groot bleek in beide onderzoeksgroepen (jongeren met een gokprobleem en een doorsnee groep jongeren).