Vorige week deed de MLB, zoiets als de KNVB maar dan voor de Amerikaanse honkbal competitie, een voorstel. Grofweg gezegd willen ze spelers gaan betalen naar populariteit in hun fanbase. Er is door velen in de honkbalwereld al furieus op gereageerd.
Toch kunnen, in hun tijd, bizar lijkende ideeën tot interessante vernieuwingen leiden. Zo zijn immers ook het vliegtuig, voetbal en honkbal ontstaan. En het tegenwoordig heel populaire padel, een mix van tennis, badminton en squash.
Het idee van de MLB is ontstaan door de WAR, de Wins Above Replacement. Dat is een systeem waarin, met allerlei statistische gegevens van een honkballer, zijn waarde wordt berekend. Daarbij gaat het er bij de WAR om de totale bijdrage van een speler in één waarde samen te vatten. In beginsel was het bedoeld om vervangingsverlies te meten.
Wanneer een club bijvoorbeeld een geblesseerde profspeler moest vervangen door een amateur of een speler uit een lagere divisie. Met de WAR kan een club dan berekenen hoeveel waarde het team verliest.
Een leuke introductie in de werkwijze daarbij krijg je met de film Moneyball uit 2011. Die film vertelt het verhaal over het eerste gebruik van zulke statistieken bij het Amerikaanse honkbal.
Er wordt tegenwoordig met allerlei statistieken gewerkt bij sport. Sportcommentatoren vinden het ook leuk die te gebruiken. Bij elk doelpunt krijg je dan te horen hoeveel doelpunten de betreffende speler al maakte, hoeveel meer of minder dat is dan de topscorer etc. Tegelijk krijg je te horen hoeveel assists de speler al gaf, hoe oud zijn moeder is en allerlei andere statistische ‘data’ en opgeslagen feitjes
Je kunt daar als toeschouwer verschillend over denken. De ene kijker vindt het prachtig, een ander afschuwelijk. Voor het spel en wellicht het sport wedden maakt dat niet uit. Dat doet het wel wanneer de gegevens verkeerd worden geïnterpreteerd. En dat is een van de gevaren die wordt genoemd na het voorstel van de MLB.
Bij interpreteren van zogenaamde ‘big data’ gaat nog van alles fout. Het is in eerste instantie mensenwerk. Een statisticus en wellicht zijn baas, de marketingafdeling en anderen bekijken de verzamelde gegevens en trekken daaruit conclusies. Dan krijg je al direct te maken met onzuiverheid.
Er moeten waardes worden gegeven aan de individuele gegevens. Kijken we naar het voorbeeld van voetbal, dan krijgt een doelpunt wellicht 3 punten en een assist 1 punt. Wanneer niet verder wordt gekeken kun je daar al een optelling mee maken.
Maar dan kan het gebeuren dat Mepmphis Depay in aantal doelpunten boven Robin van Persie komt te staan. Alleen maakte Depay een groot deel van zijn doelpunten met penalty’s, terwijl Van Persie het tijdens spelsituaties deed. Die laatste doelpunten zou je als waardevoller kunnen beoordelen. Neem je dat verschil niet mee, dan krijg je scheef beeld. Dan staat ineens een omhoog geschreven voetballer, die zelfs vaak voor open doel mist, hoger dan een speler die in de wieg al een voetballer was.
Het gevaar van verkeerde interpretatie en nuancering ondervond een van de grootste ‘big data’ organisaties. Google dus. Zij dachten door de vele zoekvragen rondom griep, dat ze een gebied met griep op het spoor waren. Uitgebreid promootte het bedrijf de waarde van big data voor het vaststellen en voorspellen van maatschappelijke situaties. Helaas bleek de vraag niet te komen van mensen met griep, maar van mensen die naast een gebied met griep woonden en op zoek waren naar middelen om juist geen griep te krijgen.
Op het voorstel van de MLB (Major League Baseball) reageerden mensen op allerlei manieren. Daarbij zaten ook ideeën, die al dan niet serieus waren bedoeld. Zoals het idee spelers te betalen naar hun fanbase. Dat zou een mix moeten zijn van statistische waarde en populariteit op bijvoorbeeld sociale media.
Die methode werd min of meer in 2017 al gebruikt bij de aankoop door Paris Saint-Germain van de voetballer Neymar van Barcelona. Zijn prijs was 222 miljoen euro, ruim 100 miljoen meer dan het voorgaande record. Volgens insiders verdiende Paris Saint-Germain dat bedrag dezelfde week al terug aan reclame-inkomsten en verkoop van merchandising aan fans.
Een ander argument dat in Amerika was te horen rondom het statistiekvoorstel van de MLB ging over teamgeest. Vertaald naar Nederlands voetbal speelt dan bijvoorbeeld de volgende vraag: geeft een speler nog een assist als hij zelf denkt te kunnen scoren. Een doelpunt verhoogt immers zijn waarde. En zou bij doorgaan van het voorstel ook zijn salaris verhogen.
Gelukkig zijner ook reacties die wijzen op het team en de onvoorspelbaarheid. Een team is een aantal spelers bij elkaar. Soms hebben ze hun dag niet, onderling kan een conflict bestaan, de tegenstander is beter dan verwacht. Zo zijn er nog veel meer factoren die wellicht in een statistisch gegeven achteraf zijn te vangen. Maar ze maken het spelletje onvoorspelbaar.
En dat is direct ook waarom sportweddenschappen altijd een gok blijven. Daarbij maakt het niet uit of de spelers een marktconform salaris krijgen of een salaris gebaseerd op hun populariteit.