Heb je weleens gehoord van Casino di Campione of van Campione d’Italia gehoord? Dat laatste is een kleine Italiaanse enclave aan de oevers van het meer van Lugano in Zwitserland. Een enclave is ingesloten door een ander land, zoals bij ons het Belgische Baarle-Hertog. In die Italiaanse enclave bevindt zich het Casino di Campione, het grootste casino van Europa.
Of zullen we zeggen bevond. Want het casino is failliet verklaard. In de nazomer van vorig jaar besloot een rechtbank in Como dat het casino niet meer te redden was. De schulden waren opgelopen tot 132 miljoen euro. Het faillissement krijgt wel een staartje. Politici, vakbonden en liefhebbers strijden nog steeds voor behoud van het ooit grootste casino van Europa.
Campione d’Italia is een kleine gemeente dat hoort bij de Italiaanse provincie Como. Door een situatie in een ver verleden is het omringd door het Zwitserse kanton Ticino. In het jaar 777 liet de hertog van Campione het gebied na aan de aartsbisschop van Milaan. Ruim 700 jaar later, in 1512, gaf paus Julius II het gebied Ticino aan Zwitserland. De inwoners van Campione wilden echter Italianen blijven.
De geschiedenis daarna vinden we nu even minder interessant, daar verdiepen we ons dus niet in. Voor geïnteresseerden vonden we het boekje ‘Art and History of Campione’ (pdf), geschreven door Giovanni Cenzato. Wij zijn natuurlijk vooral geïnteresseerd in de wederwaardigheden van het casino.
In de feodale tijd is het rustig in Campione d’Italia. Eind 18e eeuw begint de revolutionaire tijd. Er zijn veel gevechten om land te veroveren. Campione verandert regelmatig van nationaliteit. Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog is het echter weer Italiaans.
De Tweede Wereldoorlog begint in 1914 met een conflict tussen het koninkrijk Italië, het Oostenrijkse-Hongaarse rijk en Duitsland. Geleidelijk sluiten meer grootmachten zich aan. De Italiaanse inlichtingendienst van Defensie neemt het initiatief tot de opening van een casino in Campione.
Vanuit ervaring bij Monte Carlo weet de inlichtingendienst dat een casino ideaal is voor spionagewerk. In een ontspannen sfeer ontmoeten politici, ambtenaren en officieren elkaar aan de roulettetafel en aan de bar. Tijdens hun gesprekken kunnen ze eenvoudig worden afgeluisterd. En soms is het zelfs mogelijk documenten in te zien.
De inlichtingendienst is alleen geïnteresseerd in informatie. De inkomsten van het casino schenkt zij aan de gemeente. Helaas voor hen is de oorlog twee jaar later voorbij en Defensie sluit het Casino di Campione weer. Maar de gemeente genoot lang genoeg van de gemakkelijke inkomsten om ze aan het denken te zetten.
Het gebouw waar een paar jaar daarvoor de gokspellen plaatsvonden laten ze dicht. Ze willen een heus casino. Maar dat lukt niet direct. Financiering, bouwplannen, vergunningen, het kost tijd en veel overredingskracht. Een korte periode 1921-1922 openen ze daarom het gebouw weer even voor gokactiviteiten.
In 1931 besluit de regering van Mussolini iets aan de ontwikkeling van toerisme te doen. Hun oog valt onder andere op Campione. Het ligt prachtig aan de kust, tegenover het al toeristische Zwitserse Lugano. Toeristisch Campione kan bovendien een goede aanvulling zijn voor andere Italiaanse steden in de gebieden Ceresio en Verbano.
De gemeentelijke overheid brengt met ondersteuning van de regering de enclave tot ontwikkeling. Ze laat renovaties en moderniseringen uitvoeren. Campione verandert in korte tijd van eenvoudig, slecht vissersdorp tot een fraaie gemeente. Waterleiding, rioolstelsel, elektriciteit, centrale pleinen en nog veel meer werkzaamheden moet ze daarvoor laten uitvoeren.
Er komen ook openbare gebouwen, een museum en een haven voor de boten van bezoekers. En uiteindelijk krijgen ze ook het verlangde casino. Al gaat dat niet zomaar.
Casino di Campione in 1934
De kosten om alle werkzaamheden uit te voeren zijn begroot op 10 miljoen lire. Dat geld heeft de gemeente niet. Bij hoge uitzondering, in heel Italië is er een verbod op kansspelen, geeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken een licentie af voor de opening van een casino.
Het is te voorzien dat, na betaling van de bouwkosten, de inkomsten van het casino een vorm van zelffinanciering kunnen zijn. Niet alleen voor Campione, maar voor de gehele provincie Como. Op 18 december 1933 autoriseert de koning van Italië, Victor Emanuel de Derde, een voorstel van Mussolini. Campione wordt volledig zelfstandig en mag zich Campione d’Italia noemen.
Ze komt daarmee ook los van veel nationale afspraken. De enclave zal vooral zaken regelen met Zwitserland. Bijvoorbeeld bij kentekenplaten voor voertuigen, postcodes, kengetallen van de telefoon en plaatselijke Zwitserse wetgeving. Alleen de valuta blijft lastig. Sommigen inwoners van de enclave werken in Zwitserland en krijgen betaald in franken, anderen werken in de enclave en ontvangen hun salaris in lires.
Bij de verzelfstandiging hoort uiteindelijk ook de afspraak dat de gemeente de casino-opbrengsten mag behouden. Het moet daarmee wel alle gemeentelijke kosten dekken. De inwoners betalen geen inkomstenbelasting, geen successie- en geen schenkingsrechten. BTW en omzetbelasting zijn ook onbekend in Campione.
Toch wordt de gemeente dankzij het casino al snel een van de rijkste gemeentes van Italië. Uiteindelijk is ze de enige, of in ieder geval de grootste, werkgever. Jongeren uit Campione weten dat ze buiten de enclave kunnen studeren. Maar uiteindelijk komen ze hun oude schoolgenootjes altijd weer tegen als ze gaan werken, want dat doen ze bij het casino.
Een jaar na de opening van het casino legt Zwitserland het bankgeheim vast in een wet. Dat trekt nog meer spelers. Op weg naar hun Zwitserse bankier verspelen ze nog even wat zwart geld of maken zelf alvast wat geld wit.
Casino di Campione trekt ook veel adel en beroemdheden. We zien veel voor ons onbekende baronnen, hertogen en kunstenaars. Maar bijvoorbeeld ook de Italiaanse filmsterren Sophia Loren en Marcello Mastroianni, de regisseur Vittorio De Sica en de Spaanse actrice Maria Mercador.
Vanaf de opening groeien de casino-inkomsten snel. Het geld klotst, zoals de uitdrukking het wil, tegen de plinten. Kort na de eeuwwisseling leidt dat tot een toppunt van, wat we nu kunnen beschouwen als, hoogmoed met een flink stuk waanzin.
De gemeente wil een nieuw casinogebouw. Mario Botta, een Zwitserse architect, krijgt in 2000 de opdracht. Zeven jaar later vindt de feestelijke opening plaats. Op dat moment heeft Campione het grootste casino van Europa. Het is een okerkleurig gebouw van 36.000 vierkante meter vloeroppervlak en negen verdiepingen.
Het biedt plaats voor ruim 3000 gokkers, heeft meer dan 55 speeltafels en meer dan 1000 gokkasten. Er zijn meerdere restaurants, een hotel en een prachtig uitzicht over het meer.
Op het moment van de opening gaat het eigenlijk al slechter met de inkomsten van het casino. Velen zien de nieuwbouw daarom vooral als een noodstap. Door ontwikkelingen in de gokindustrie staan de inkomsten al een tijdje onder druk. Zoals de groeiende populariteit van online spelen.
Geleidelijk komen daar zaken bij die de druk verhogen. De Italiaanse regering bijvoorbeeld legaliseert de plaatsing van gokkasten in cafés en andere horeca. In de omgeving van Casino di Campione openen drie Zwitserse casino’s hun deuren. En de Zwitserse regering neemt maatregelen om hun franken te versterken tegenover de euro.
De dalende inkomsten eisen hun tol. Allerlei overheidsorganisaties proberen te redden wat er te redden valt. Maar uiteindelijk spreekt de rechtbank het faillissement uit. Belangrijkste reden is daarbij overigens dat de gemeente haar financiële verplichtingen, vastgelegd in 1933, aan de provincie Como niet nakomt. Het zijn de betalingen voor gezondheidszorg, onderwijs en een bijdrage in het onderhoud van de wegen.
Het casino moet sluiten. De ooit zeer rijke gemeente Campione d’Italia zit nagenoeg zonder inkomsten en een schuld van 132 miljoen euro. En veel van haar 1.961 inwoners heeft geen werk meer. Een groot aantal is voor het primaire levensonderhoud aangewezen op voedselhulp, uitkeringen en andere hulpbijstand.
De hulp van de centrale overheid en vanuit Zwitserland geeft de inwoners wellicht nog enige morele warmte. Thuis zijn de kachels koud. De gemeente heeft geen geld voor brandstof om te stoken en de ambtenaren zijn vrijwel vanaf het faillissement van het casino niet meer betaald.
Italiaanse vakbonden, ambtenaren uit Rome en andere organisaties werken aan plannen om Campione te redden. Zwitserland heeft ook al aangegeven ideeën te hebben, maar ze hult zich vooralsnog in stilzwijgen. Zou een van hun ideeën zijn het, in overleg en vriendelijk natuurlijk, annexeren van de enclave; iets wat wellicht een strategische overheid al tussen 777 en 1512 had moeten doen.
Een heropening van het grootste casino van Europa in Campione zien we echter niet snel meer gebeuren. Maar wat zou het. Wij kunnen vanaf ons kleinste casino spelen. Met onze laptop of mobieltje ligt een gokwereld aan onze voeten, met een overvloed aan speeltafels, gokkasten en loterijen.