Bij gokkende ouderen bekeken denken we niet aan de medewerker op de redactie van OnlineCasinoGround. Hij vertelde over een vakantie enkele jaren geleden. In Spanje stonden oude mannetjes, zwaar gerimpeld door de zon, gebogen over de enige slot machine in met TL-bakken verlichte buurtrestaurantjes. Terwijl elders in de dorpen de jeugd speelde in arcades op allerlei spelautomaten.
Een schril contrast. De mannetjes, vaak alleen en met een drankje, bijna gedachteloos spelend. Terwijl de jongeren vooral vertier zochten. Even later zaten ze wellicht met hun bromfietsen rond de dorpspomp. Of zochten ze verkoeling aan een strand.
Die verzamelde jongeren in een arcade waren vanzelfsprekend veel aantrekkelijker en makkelijker onderzoeksmateriaal. Voor onderzoekers kwam daarbij dat die oudjes nauwelijks gokproblemen hadden, of in ieder geval waren die niet bekend. En welgestelde ouderen die op andere locaties, bijvoorbeeld in een casino, een gokje waagden hadden ook geen zichtbare gokproblemen. Want gokproblemen waren toen voor de meeste onderzoekers al aanleiding tot onderzoek.
Het is door dat soort redenen dat pas sinds kort gokkende ouderen bekeken worden. Er zijn daarbij ook enkele onderzoekers die daadwerkelijk kijken naar die eenzame mannen in die typische Spaanse horeca, met TL-verlichting en plavuizenvloer. Maar een onderzoeker omschrijft dat vanzelfsprekend anders. Die schrijft niet, ‘we hebben naar het gokgedrag van eenzame oude mannetjes gekeken’. Hij of zij meldt dat is gekeken naar ‘de oudere volwassene in een goksituatie’.
Wereldwijd wordt de oudere gokker tegenwoordig meegenomen in onderzoek. Het typisch Zuid-Europese tafereel verdween daarbij naar de achtergrond. Terecht natuurlijk, want gokcultuur is in elk land anders. En daarmee ook het gokgedrag van ouderen, wanneer je dat sowieso voor een land al mag generaliseren.
Wanneer we terugkijken naar meerdere internationale onderzoeken rondom gokken, dan blijkt er een andere oorzaak waarom ouderen niet worden meegenomen in onderzoek. Onderzoekers vroegen eenvoudig deelnemers voor een onderzoek. Ouderen meldden zich daarbij niet aan.
Pas toen onderzoekers het inzagen veranderde dat. Tegelijk gingen ze veel nadrukkelijker naar andere verschillen kijken, dan alleen leeftijd. Die leeftijd bleef interessant, maar ook ras, gender, redenen om te gokken, voorkeuren voor gokspellen en veel meer.
Onderzoekers hebben wel gokkende ouderen bekeken in het verleden. Maar vaak binnen een breder onderzoek, dat zich dus ergens anders op richtte dan specifiek op ouderen. Ook zijn er cijfers uit bevolkingsonderzoek, waarbij bijvoorbeeld naar hobby’s werd gevraagd.
Zulke cijfers zijn er met name in de Verenigde Staten. Daar keken onderzoekers al in de zeventiger jaren van de vorige eeuw naar hoe vaak iets voorkwam (prevalentieonderzoek). Een onderzoek uit 1976 bijvoorbeeld meldt dat ongeordend gokken nauwelijks voorkomt onder oudere volwassen, in vergelijking met adolescenten en jongvolwassenen.
Bij latere onderzoeken werden pas gokkende ouderen bekeken, oftewel meegenomen in de onderzoeksvraag. En dan lijkt de toename van gokactiviteiten onder oudere volwassenen ineens enorm. Maar eigenlijk kun je alleen een eerlijke vergelijking maken door bijvoorbeeld naar de Amerikaanse prevalentieonderzoeken te kijken.
Daarbij moet je in gedachten houden dat het alleen iets zegt over Amerikanen. Die verschilden in gokvoorkeuren van bijvoorbeeld Nederlanders, Chinezen et cetera. Bovendien zijn het heel algemene cijfers op basis van ja/nee antwoorden.
In 1975 zette 35% van de deelnemende 65+-ers in de VS een kruisje bij ‘ja’, ze hadden wel eens gegokt. Of dat een roulettespel betrof, een slot machine of een loterij werd daarbij niet duidelijk. Ook niet of het eenmalig was of dat ze regelmatig speelden.
Twintig jaar later is het percentage opgelopen tot 67% van de Amerikanen ouder dan 65 jaar. De toename onder volwassenen tussen 50 en 65 jaar was toen 79%.
Vanaf de eeuwwisseling worden gokkende ouderen bekeken met meer belangstelling. Daarvoor zijn meerdere milde redenen te ontdekken. Maar het belangrijkste motief is de toename van ouderen met gokproblemen. Die waren er wellicht altijd al, maar bleven onder de oppervlakte. Geleidelijk gingen ouderen zich echter melden bij hulpinstanties, natuurlijk niet altijd uit eigen beweging.
Overigens zijn er ook onderzoekers die bij ouderen eerst een alcoholprobleem constateren. En daarna het gokprobleem of de gokverslaving in beeld kwam. Hoe het ook zij, onderzoek onder ouderen nam toe.
Daarbij zijn meerdere stromingen te zien. Er kwam onderzoek dat vanuit nieuwe inzichten ouderen eenvoudig meenam als deelnemers. Of hen onderdeel maakten waren van de onderzoekersvraag. Maar er waren ook onderzoekers die eerdere onderzoeken gingen analyseren, om vanuit de op dat moment bestaande kennis conclusies uit het verleden te herinterpreteren. Dus met de kennis over gokgedrag van bijvoorbeeld 2006 kijken naar een onderzoek uit 1975.
Op zich is het interessant onderzoeken te lezen en conclusies en cijfers te zien en te melden. Toch waarschuwen zelfs wetenschappers bij de resultaten enige reserve te behouden. Onderzoekers gebruiken vrijwel altijd gegevens uit eerder onderzoek om hun eigen onderzoek te ondersteunen. Ze bouwen voort op dat eerdere onderzoek. Op zich is dat niet verkeerd.
Maar er kleven meerdere risico’s aan. Een risico dat we al vaker meldden in berichten op OnlineCasinoGround is het internationale verschil in gokgedrag en favoriete gokspellen. Wanneer het om hersenactiviteit gaat, zal dat wellicht geen verschil maken. Dopamine aanmaken bij beloning of geluk zal bij een Chinees niet anders zijn dan bij een Nederlander. Maar bij ander onderzoek spelen die verschillen wel mee.
Een ander risico is het meenemen van onjuiste gegevens in een volgend onderzoek. We zagen dat in extreme mate bijvoorbeeld toen de Nederlandse onderzoeker Diederik Stapel werd ontmaskerd als fraudeur. Honderden internationale onderzoeken die gegevens uit zijn onderzoeken hadden overgenomen moesten ongeldig worden verklaard. En Stapel was bij lange na niet de enige fraudeur. Naast de fraudeurs is er vanzelfsprekend een nog veel groter aantal integer uitgevoerde onderzoeken, waarbij achteraf onjuistheden werden geconstateerd.
Maar goed, gokkende ouderen bekeken vanuit de nieuwe inzichten leverde talrijke gegeven op. Al in 2001 concludeerden onderzoekers dat ouderen, die zich hadden gemeld met een gokprobleem, ongeveer 15 uur per week gokken. En dat ze daarbij liefst ongeveer 65% van hun jaarinkomen verloren. Daarna meldden andere onderzoekers dat de meeste ouderen, die aan hun onderzoek meededen, pas op latere leeftijd zijn begonnen met gokken. Daardoor zou de kans op problemen kleiner zijn dan bij jongeren.
Andere onderzoekers wijzen dan weer op de vergrijzing. Daardoor zal het aantal probleemgokkers onder ouderen toenemen. In de onderzoeken lopen de resultaten en conclusies daarna flink uiteen. De ene onderzoeker ziet vooral een toekomstige toename van gokproblemen onder oudere vrouwen. Een ander ziet een toename door, en waarschuwt voor, casino busreizen. En weer een ander wijst op door verzorgingshuizen en buurtzorg georganiseerde activiteiten voor ouderen, zoals bingomiddagen.
Eigenlijk komt er een uitgebreid scala van doelgroepen op leeftijd voorbij die gevaar zouden lopen: laagopgeleiden, migranten, mensen met een beperking, mensen zonder sociaal netwerk en nog meer. In de onderzoeken waarin wetenschappers gokkende ouderen bekeken zie we een boodschap: blijf vooral jong…
Voor bovenstaande tekst zijn meerdere bronnen gebruikt. Onder andere: