Ieder jaar bezoeken miljoenen mensen de Amerikaanse stad Las Vegas waar ze gokken, uitgaan of ander entertainment beleven. Maar hoe is Las Vegas uitgegroeid tot zo’n gigantische stad, waar letterlijk álles mogelijk is? Wat is de geschiedenis en wie waren van grote invloed op de ontwikkeling van de stad? We hebben het voor je uitgezocht en samengevat.
Tot 1850 werd Las Vegas bewoond door een indianenstam genaamd Paiutes. Het gebied was een populaire tussenstop voor handelaren en ontdekkingsreizigers die op weg waren naar Californië. Niet alleen waren er natuurlijke waterbronnen in de omgeving, je had er toen ook groene valleien. Vandaar de naam Las Vegas; ‘de weilanden’, in het Spaans.
Vanaf 1850 kreeg het dankzij de Mormonen, de eerste kenmerken van een stad. De toenmalige president, Brighman Young, had wel interesse in dit gebied tussen Salt Lake City en Los Angeles. Hij stuurde missionarissen (geestelijken) om het gebied te koloniseren en de Indianen te bekeren. Zo bouwden ze een fort (Old Las Vegas Mormon Fort) dat je tot op de dag van vandaag nog steeds kunt bekijken.
Na een tijdje vertrokken de Mormonen richting Utah. Kolonist Octavius Decatur Glass werd toegewezen als eigenaar van het fort. In de jaren die daarop volgden, bouwde hij zijn fort verder uit en focuste hij zich op de landbouw. Zo kon hij bij langskomende reizigers voor onderdak en voedsel zorgen en voorzag hij mijnwerkers uit de buurt van levensmiddelen.
Later kwam het fort in handen van Archibald Stewart. Na zijn dood verkocht hij het aan William Clark, de senator van Montana. Ook hij nam de taak op zich om het gebied verder te ontwikkelen. Dit nam hij serieus, want er kwam een uitgebreid treinnetwerk: van Utah tot Californië. Een zeer belangrijke ontwikkeling voor de bereikbaarheid van het gebied.
In 1905 werd downtown Las Vegas in 1.200 percelen opgedeeld en verkocht aan zowel kolonisten als investeerders. 1905 wordt dan ook als geboortejaar van de stad gezien. In een rap tempo werden er huizen, scholen, hotels en een ziekenhuis uit de grond gestampt.
Het ontwikkelen van het treinnetwerk was een slimme zet want mensen van uit allerlei gebieden kwamen op de stad af. Als eindbestemming of korte tussenstop.
1931 was het jaar dat de welbekende Hoover Dam werd gebouwd: een 221 meter hoge betonnen boog/stuwdam in de Colorado Rivier. De dam moest overstromingen tegengaan en het omliggende land en boerderijen beschermen. De Hooverdam werd naar Herbert Hoover vernoemd: de 31e president van de VS en toen nog minister van Economische Zaken.
Een ander spraakmakende gebeurtenis in 1931: in de staat Nevada werd het gokken gelegaliseerd. Gokken was al heel populair en kwam al veelvuldig voor in lokale bars en pubs. Ook werd het de mensen makkelijker gemaakt om te gaan scheiden. Waar gokken in Las Vegas al in 1931 gelegaliseerd werd, is online gokken dat in Nederland nog steeds niet. Ook een zeer interessante ‘long-read’ en wat verschilt Nevada van Nederland hierin wat betreft slagvaardigheid.
1941 was het jaar van Las Vegas’ allereerste casino: het El Rancho Vegas casino (gebouwd op de zogenaamde Strip). Naast het casino had El Rancho ook 63 hotelkamers. Ideaal voor de gokkers die er langer wilde verblijven. Het casino brandde 20 jaar later af. Het succes van El Rancho zorgde voor een hoop publiciteit waardoor er steeds meer ondernemers, investeerders én ook de maffia naar de stad trokken. Vervolgens schoten de casino’s en hotels als paddenstoelen uit de grond. Zo werden er in 1942 Hotel Las Frontier en Hotel Flamingo geopend. Hotel Flamingo is tot op de dag van vandaag het oudste geopende hotel van Vegas.
Het Flamingo Casino en Hotel was dus niet het eerste casino in Las Vegas. En tegenwoordig is het nauwelijks nog bijzonder, ten opzichte van de vele concept casino’s die later kwamen. Maar eens was het beroemd en berucht door de connectie met de mafia en de gangster Ben ‘bugsy’ Siegel. Filmmakers en boekenschrijvers gebruikten veel invalshoeken van de verhalen rondom Flamingo Casino. Ze droegen daarmee bij aan mythes, onjuiste informatie en nep nieuws.
In films, bijvoorbeeld Bugsy van Barry Levinson uit 1991, rijdt Bugsy Siegel van Los Angeles naar Las Vegas. Bugsy gaat kijken hoe daar met de investeringen van de mafia wordt omgesprongen. Hij treft er een grote woestenij, vervallen pickup trucks, en enkele stoffige winkels met paarden ervoor. In een golf van inspiratie ziet hij de mogelijkheid van een casino of zelfs de ontwikkeling van Las Vegas als de gokstad van Amerika.
Boeken, krantenartikelen en eerdere films hebben dat beeld van Las Vegas dan al beschreven. En ook het verhaal van Bugsy is in 1991 al talrijke kerenverteld. Soms wordt daarbij zijn werkelijke naam genoemd, even vaak heeft de, op Bugsy gebaseerde, crimineel een andere naam. De mythe rond de visie van Siegel en de beschrijving van het desolate Las Vegas komt echter overal in terug.
In werkelijkheid is Las Vegas al vanaf 1931 een woestijnstad in ontwikkeling. Er is veel meer ‘leven in de brouwerij’, dan in de hierboven bedoelde verhalen wordt geschetst. Tot de opening van het Flamingo casino zijn al meerdere verhalen over Las Vegas te vinden die een ander beeld geven. Het zijn te positieve en wellicht te negatieve verhalen en alles daar tussenin.
In 1939 schrijft bijvoorbeeld columnist Chapin Hall van de Los Angeles Times in zijn column over Las Vegas. Hij bevestigt dat het een stad is in de overgang van woestijn naar metropool. Hall ziet de contouren: de grote plek in de woestijn is in een paar jaar veranderd in een stad met goede hotels en restaurants’. Andere berichten uit die tijd roemen de modieuze hotels en de protserige clubs.
Wesley Stout schrijft in 1942 in het tijdschrift De Saturday Evening Post enthousiast over de resort-hotels Nevada Biltmore, de Last Frontier en El Rancho Vegas. Luxueuze hotels met meer recreatieve mogelijkheden dan alleen overnachten.
Dat laatste blijkt uit het artikel ‘Wild, Wooly and Wide-open’, dat verschijnt in het tijdschrift Look in 1940. De redacteur beschrijft Las Vegas als een Amerikaans Gomorrah, de meest arrogante verwaande en zelfbewust slechte plek op aarde. Het is een plaats zonder schaamte, met openlijk gokken, prostitutie en snelle scheidingen. Een plek ook, waar je kunt doen wat je wilt als je je maar niet met anderen bemoeit.
In die omgeving kan Bugsy Siegel kansen hebben gezien, maar hij was zeker niet de eerste. En hij initieert zelfs niet de bouw van het Flamingo casino. Dat doet William ‘Billy’ Wilkerson, de eigenaar van The Hollywood Reporter. Billy start dat tijdschrift in 1930. Een paar jaar later begint hij met de bouw en aankoop van meerdere nachtclubs in Los Angeles.
In 1943 gaat hij een droom verwezenlijken met de bouw van het Flamingo casino. Hij wil een hotel zoals hij dat in Europa heeft gezien, in bijvoorbeeld Monte Carlo. Wilkerson heeft een hekel aan de woestijn, maar hij ziet het als de ideale locatie voor een gokgelegenheid omdat mensen er niet worden afgeleid door bezienswaardigheden. Hij vraagt architect George Vernon Russel een ontwerp te maken voor een resort, met hotel, casino, restaurant, fitnessruimtes, zwembad en meer. Binnenhuisarchitect Tom Douglas tekent voor het interieur.
Begin 1945 begint de bouw. Bouwmaterialen zijn kort na de oorlog echter schaars, waardoor de bouwkosten oplopen. Bovendien is Wilkerson verslaafd aan gokken. Hij krijgt problemen met de financiering van zijn project.
Dan komt eind 1945 Bugsy Siegel naar Las Vegas, om dus te kijken naar andere investeringen van de mafia. Natuurlijk is de man met een verleden in nachtclubs, paardenrennen en meer lucratieve ondernemingen geïnteresseerd in de stad waar al jaren wordt gegokt. Hij koopt het casino-hotel El Cortez in het toenmalige centrum van Vegas.
Niet veel later hoort hij over de financiële problemen van Wilkerson. Siegel, met geld van zijn mafia vriendjes, participeert in het project. Vrij snel daarna vindt op 26 december 1946 de opening plaats.
Voor de opening hebben Wilkerson en Siegel meerdere artiesten en vrienden uit Los Angeles laten komen. Door het slechte weer is de opkomst van gokpubliek echter laag. En veel gasten die geen plek in het Flamingo casino-hotel konden boeken, verdwijnen al snel naar andere gokgelegenheden.
De eerste week maakt het Flamingo casino een verlies van een 300.000 dollar, omgerekend ruim 4 miljoen in 2018. Twee weken na de opening sluit het Flamingo casino, waar dan nog steeds aan wordt gebouwd.
Op 1 maart 1947 is de heropening van het Flamingo casino. Siegel heeft het hernoemd naar The Fabulous Flamingo. Een maand later werkt hij Wilkerson uit de onderneming. En nog een maand later schrijft hij zijn eerste winstcijfers.
De kosten van de bouw zijn echter opgelopen van 1 naar 6 miljoen dollar. De criminelen vrienden hebben, volgens geschiedschrijvers, het vermoeden dat hij geld van hen achterover heeft gedrukt. Want amper vier maanden na de opening, wordt op 20 juni, Bugsy vermoord gevonden in Los Angeles. In het herenhuis van zijn vriendin.
Na de dood van Siegel komt The Fabulous Flamingo casino in handen van de gangsters Moe Sedway en Gus Greenbaum. Ze zijn relaties van mafia-boekhouder Meyer Lansky. Het Flamingo casino wordt een succes onder hun vleugels. In 1955 stapt Greenbaum eruit.
Het Flamingo resort krijgt daarna nog vele eigenaren en enkele kleine naamsveranderingen. De huidige eigenaar is, na enkele overnames van organisaties waarin het Flamingo was ondergebracht, Ceasar Entertainment Group. Dit conglomeraat is de grootste gokorganisatie ter wereld met onder andere ruim 50 casino’s.
Een probleem, maar prettig voor de mythe-vorming rondom het Flamingo en Ben Siegel, is de geslotenheid van de mafia. Oud politiecommandant Thomas Repetto, auteur van het boek American Mafia, schrijft daarover: criminele organisaties registreren geen activiteten en houden geen rapporten bij van zakelijke transacties. Daardoor volgen veel verhalen de populaire regel ‘laat de feiten een goed verhaal niet in de weg staan’.
En dat is wat er gebeurt na de dood van Siegel, die vele vrienden had in de culturele wereld van Los Angeles. Er worden geschreven en films gemaakt, die soms dicht bij de feiten blijven, maar meestal van een kleine werkelijkheid een groot gedramatiseerd verhaal maken met een eigen waarheid.
Benjamin Siegel was een charmante man met vele vrienden in de showbiz. Daar twijfelt niemand aan. Maar hij was geen manager. Dat ontdekten onafhankelijk van elkaar de schrijvers John L Smith en Larry Gragg. Ze deden beiden uitgebreid onderzoek in allerlei archieven. Smith schreef in 1997 het essay ‘The Ghost of Ben Siegel’. Van Gragg verscheen in 2015 de biografie ‘Benjamin “Bugsy” Siegel: The Gangster, the Flamingo, and the Making of Modern Las Vegas’.
Gragg merkt op dat Siegel geen casino manager was en in de ogen van zijn superieuren zelfs een mislukkeling. Hij leefde in de fantasie van een gedroomd casino. En zijn moord? Gragg schrjift: ‘de mafia accepteerde geen impulsieve en onvoorspelbare individualisten, hoe charmant ze ook waren’.
John L Smith en Larry Gragg bestuderen de beschikbare bronnen nauwkeurig. Dat deed de kleinzoon van Wilkerson ook na het zien van de film Bugsy in 1991. Hij schreef het boek ‘The Man Who Invented Las Vegas’. Het werpt een nieuw blik op de geschiedenis van de stad.
Vermeldenswaardig is, na het lezen van zijn boek, de naam Flamingo. Die wordt vaak toegeschreven aan Siegel. Het zou de koosnaam zijn van zijn vriendin. Maar de naam werd al bij de start door grootvader Wilkerson aan het project gegeven. Hij had de exotische vogels gezien tijdens een reisje naar Florida.
En wat te denken van de terloopse opmerking dat tot 1945 in ‘het centrum’ van Las Vegas werd gebouwd. Wilkerson koos ver daarbuiten te bouwen om geen last te hebben van concurrentie. Daar was vanzelfsprekend nog wel de kale woestijnvlakte, zoals het wordt geschetst in de populaire verhalen en films.
Kort na de bouw van het eerste casino begon een heftige periode. De Tweede Wereldoorlog speelde een grote rol in de geschiedenis van Las Vegas. Er werd een luchtmachtbasis opgericht waarbij Amerikaanse soldaten zich stationeerden. Dit zorgde voor een nog betere logistieke verbinding en de inkomsten van de stad stegen gestaag.
De jaren ’50 stonden bij Las Vegas in het teken van de beruchte maffia. De gangsters namen de hele stad over en ze bouwen het ene hotel of casino na de andere. Gokken was natuurlijk dé ideale manier om zwart- en crimineel geld wit te wassen. Ondanks dat, trokken er in 1954 toch maar liefst 8 miljoen bezoekers naar de stad. En niet zomaar bezoekers: Frank Sinatra, Elvis Presley en vele anderen verschenen op de welbekende Strip.
De maffia zwakte eind jaren 60 af door politieacties en miljardair Howard Hughes (op bovenstaande foto). Tijdens zijn bezoek verbleef deze excentriekeling in een luxe suite van het Desert Inn Hotel & Casino. Dit hotel kocht hij op, samen met Castaways, Landmark, New Frontier, Silver Slipper en Sands. Hij investeerde miljoenen om de hotels te moderniseren. Zo wist hij de stad een flinke impuls en upgrade te geven. Howard Hughes speelde dus een grote rol in het transformeren van Las Vegas als ‘Sin City’ tot ‘Entertainment Capital of the World’.
Leuk weetje: Hughes eigenaardige persoonlijkheid inclusief bizarre levensverhaal is te zien in de Oscar-winnende biografische film: the Aviator (2004). Hierin vertolkt Leonardo DiCaprio de hoofdrolspeler Howard Hughes. Een aanrader voor de Las Vegas fan!
In 1968 werd hotel Flamingo opgekocht door een Amerikaanse belegger: Kirk Kerkorian. Hij nam de manager van het Sahara hotel in dienst, zodat hij het personeel kon inwerken voor het nog te bouwen International Hotel wat in 1969 zijn deuren zou openen. En het werd niet zomaar een hotel: een hotel met maar liefst 1.512 hotelkamers. Erg ongebruikelijk voor die tijd. Het International hotel was dan ook hét begin van de megahotels en casino’s op de Strip.
Kirk Kerkorian zat niet stil. Vier jaar later opende hij het MGM Grand Hotel & Casino: op dat moment een van de grootste hotels ter wereld. Tegenwoordig is het hotel eigendom van Caesars Entertainment Cooperation. In 1980 brak er een grote band uit. 87 mensen kwamen om en het duurde acht maanden voordat het hotel weer open kon gaan.
In 1989 brak er een periode aan waarin kleine hotels (zoals The Dunes, Sands Hotel, Stardust en het Sahara) werden afgebroken en weer opgebouwd tot mega-resorts. Het draaide niet alleen meer om casino’s, maar ook entertainment en andere vormen van vermaak. Zo kwam er een attractiepark: het MGM Grand wat al snel weer moest sluiten door te weinig animo. Aventuredome, een indoor-attractiepark, en winkelcentrum de Fashion Show Mall waren succesvoller.
Vandaag de dag is Las Vegas de thuisbasis van 2 miljoen mensen. Elke maand vestigen zesduizend inwoners zich in het gebied. Vegas is dan ook één van de meest snelgroeiende steden van de Verenigde Staten. Om al die toeristen onder te brengen, werden er in het verleden een hoop hotels uit de grond gestampt. Hieronder volgt een korte samenvatting van de gebouwde hotels en thema’s.
Het megaresort-tijdperk begon in 1989 met de bouw van The Mirage, gebouwd door ontwikkelaar Steve Wynn. Het was het eerste resort dat werd gebouwd met geld van Wall Street en dat $ 630 miljoen aan rommelobligaties verkocht. De 3.044 kamers, met goud getinte ramen, zetten een nieuwe standaard voor luxe in Vegas. Hierdoor trokken de toeristen massaal naar de stad, wat leidde tot extra financiering en snelle groei op de Las Vegas Strip.
Belangrijke hotels en andere gebouwen werden met de grond gelijk gemaakt om plaats te maken voor steeds grotere en luxere resorts, waaronder:
1998: Bellagio (3.950 kamers) – Heeft een tuin met vogels en in de lobby hangen grote glazen bloemen aan het plafond. Natuurlijk staat The Bellagio ook bekend om zijn wereldberoemde fonteinen voor de deur.
1999: Mandalay Bay (3.309 kamers) – Dit hotel en casino staat het meest bekend om het haaienverblijf. Er is een zoutwater aquarium en een haaienverblijf, het op twee na grootste aquarium van de VS. Verder staat het hotel bekend om het zwembad dat ook wel Mandalay Beach genoemd wordt: het heeft namelijk veel weg van een strand. Op 1 oktober 2017 vond de verschrikkelijke schietpartij plaats waar 59 doden en meer dan 500 gewonden vielen. De schutter, Stephen Paddock, bevond zich op dat moment in het Mandalay Bay hotel.
1999: Venetian (4.049 kamers) – Volledig gebouwd in het thema Venetië, inclusief de bijbehorende gondels op het water. Het plafond is prachtig beschilderd met wolken waarbij het lijkt alsof ze met je meebewegen als je er onderdoor loopt.
1999: Paris Las Vegas (2.915 kamers) – Gebouwd in het thema Parijs. Het casino, de lobby en promenade zijn naar het idee van Quartier Latin gebouwd. Daarbij heeft het hotel een kleine versie van de Eiffeltoren en lijkt de voorkant van het hotel alsof je voor het Louvre staat.
2000: Planet Hollywood (2.600 kamers) Dit hotel en casino heeft als thema ‘Hollywood & fame’. Je wordt er als een filmster behandeld. En er zijn ook veel sterren geweest. Zo trouwde Elvis Presley een jaar na de opening met Priscilla. Wist je dat dit hotel voorheen Aladdin heette?
2001: Palms Casino Resort (703 kamers) – Het resort is ontworpen in Neo-retro stijl. Het is een populaire bestemming onder jongeren en Hollywoodsterren. Bizar: er is een 1.000 m2 suite met een basketbalveld, inclusief scorebord, kleedkamer en multi-screen entertainment-systeem. Andere bijzondere suites zijn de G Suite, de Pink Suite en de Playboy Villa.
2005: Wynn (2.716 kamers) – Het Wynn is een van de hoogste gebouwen van Las Vegas. Het heeft een eigen golfterrein waar je als gast voor een kleine 500 dollar een rondje kan maken. Wynn Resorts werd in 2010 door het tijdschrift Fortune uitgeroepen tot meest bewonderde casinobedrijf ter wereld.
2007: The Palazzo (3.068 kamers) – Een modern, luxe en in Europese stijl gebouwd hotel. Het hotel is verbonden met de Venetian, eigenlijk het verlengde van het hotel. Via een loopbrug is Wynn te bereiken. Het gebouw is 196 meter hoog en is daarmee het hoogste gebouw van de staat Nevada.
Las Vegas staat vandaag de dag nog steeds bekend om de entertainmentindustrie. De vele hotels en casino’s trekken miljoenen toeristen naar de stad. Dag en nacht valt er wel iets te beleven. Tegenwoordig bevinden de meeste hotels en casino’s zich aan de Strip: het voorste gedeelte van Las Vegas Boulevard. Vorig jaar werd Vegas nog uitgeroepen tot dé entertainment-stad van de wereld. De optredens van vele wereldberoemde artiesten, zoals Jennifer Lopez, Britney Spears en de Backstreet Boys hebben hier zeker aan bijgedragen.
Wil je nou nog meer weten over deze bijzondere stad? In dit artikel lees je 10 interessante weetjes over Vegas die je nog niet wist!
In Las Vegas kun je 24 uur per dag en 7 dagen per week naar het casino, als je ouder bent dan 21 jaar oud tenminste. Gebruik de gokkasten met hoge uitbetalingspercentages. Bepaal welke spellen er gespeeld worden: wordt het een videoslot, roulette, blackjack of toch een potje pokeren? Gokken in dé gokstad is een geweldige ervaring. Oh, en zorg voor een creditcard.
Wij raden aan om een hotel te kiezen dat zich centraal gelegen op de Strip bevindt. Wordt het een echt casino-hotel of vind je dat wellicht te overweldigend? Je kunt namelijk ook kiezen voor een hotel zonder casino. Ja, ze bestaan echt! Op deze pagina vind je onze top 10 hotels in Vegas, zodat de keus uit de wirwar van hotels hopelijk gemakkelijker wordt!
Je weet nu (als het goed is) alles over het roemruchte verleden van Vegas en hoe de stad nu is. In het artikel over geld winnen in een casino van de Online Casino Grounds’ Las Vegas-reeks lees je alles over dat onderwerp waar de hele stad om draait: gokken. Waar moet je op letten als je wilt gokken in Vegas? Wij voorzien je van handige tips.
Dit gedeelte van Vegas wordt vaak overslagen, een gemiste kans. De grootste en bekendste hotels zitten natuurlijk aan ‘The Strip’, toch heeft downtown Las Vegas ook genoeg te bieden. Naast een geweldige sfeer ook op zoek naar goedkopere casino’s met een leuke vintage uitstraling? De prachtige neon-reclames dragen nog eens extra bij aan dit nostalgische, gemoedelijke sfeertje. Downtown is absoluut een bezoekje waard, zeker ’s avonds.
Wat doe je in Vegas nog meer, buiten het gokken om? Uiteraard kun je uitstekend gokken in Vegas, maar er is zoveel meer te doen. Zo zijn er veel leuke dagtrips te boeken, bijvoorbeeld naar de Grand Canyon en zelfs naar Los Angeles! Je moet wel gek zijn om de Grand Canyon te skippen voor een paar extra uurtjes achter de fruitautomaat. Blijf je liever in Las Vegas? Breng dan een bezoekje aan de High Roller, een enorm reuzenrad waar je een geweldig uitzicht hebt over de Strip.
Er prijken nu tientallen luxe hotels op de Strip en daarbuiten. Er zijn echter genoeg klassieke, legendarische hotels uit het verleden die je momenteel helaas niet meer kunt bezoeken. Lees meer over 6 gesloten hotels in Las Vegas.
Vond je het leuk om over het Flamingo Casino te lezen? Ontdek dan ook de geschiedenis van het allereerste westerse casino, het Ridotto. Het verhaal over William Crockford zal je vast ook interesseren: van eenvoudige vishandelaar groeide hij uit tot een van de rijkste personen van zijn tijd. Ook Francois Blanc was een interessante persoonlijkheid, hij wordt niet voor niets de uitvinder van Casino Monte Carlo genoemd. Liever meer over Las Vegas? Lees over de beste hotels, restaurants en natuurlijk casino’s in Vegas.