Een persoon staat voor een schap om een product te kiezen. Denk aan een product als thee, shampoo, jam of zoiets. De persoon gebruikt een van de aangeboden soorten (of merken) al langer. Een ander soort heeft de persoon een paar weken eerder een keer geprobeerd en daarna nog eens gekocht. En er is sinds het laatste bezoek aan de supermarkt een soort (of merk) bijgekomen. Wat wordt de keuze?
Of iemand wil uit eten en laat het aan de partner te kiezen welk restaurant het gaat worden. Wordt het weer die Italiaan waar beiden al vaak kwamen. Of die Griek waar ze een paar keer lekker hebben gegeten. Maar er is ook nog dat nieuw restaurant. Zou dat leuk zijn?
Hoe helpen onze hersenen bij dit soort beslissingen? Bij beslissingen dus waar geen enkel antwoord fout is. Het zijn beslissingen die op waarde gebaseerde keuzes worden genoemd. Marketingstrategen gebruiken in hun Nederlandse teksten liefst het Engelse begrip ‘value based choice’.
Even terug naar het probleem. De hersenen worden aan het werk gezet. Kiest de persoon voor het Italiaanse restaurant, dan is dat wellicht een veilige keuze. Hooguit vindt de partner het een saaie of te voorspelbare keuze. Zo kunnen er bij iemand allerlei andere gedachten door het hoofd gaan bij het Italiaanse restaurant. Dat gebeurt ook bij het denken over het Griekse restaurant. En bij het onlangs geopende restaurant, waar een culinaire recensent positief over schreef . Maar ‘smaken verschillen’.
Een groep Californische onderzoekers wilde weten hoe dit soort beslissingen worden genomen. Beslissingen waarbij dus geen foute keuze mogelijk is. Maar waar wordt gekozen met verschillende argumenten, op basis van een waarde die we toekennen aan elke mogelijke keuze.
De wetenschappers vonden het interessant deze beslissingen te onderzoeken omdat het inzicht zou kunnen geven in obsessief-compulsieve stoornissen en verslaving. Bij dat soort aandoeningen maakt een persoon immers telkens eenzelfde nadelige keuze.
De onderzoekers deden hun onderzoek met epilepsie patiënten. Die kwamen al naar hen voor hersenonderzoek en het onderzoek naar beslissingen ging daar eenvoudig in mee. Bij de controle van wat in hun hersenen de epileptische aanvallen veroorzaakt, werd al gekeken naar de activiteit van individuele neuronen (zenuwcellen).
Die activiteit zouden ze ook gaan zien terwijl de patiënten speelden op een slot machine, een apparaat ook waar telkens weer een keuze kan worden gemaakt op basis van waarde.
De slot machine was een zogenaamde tweearmige bandiet. Bij elke ronde konden de ‘deelnemers’ uit een van de twee gokapparaten kiezen. Aan een markering konden ze zien of ze deze keuze al eerder hadden gemaakt. De gekozen kast betaalde daarna uit of niet.
Het gokapparaat was zodanig afgesteld dat een aanbodverschil ontstond zoals hierboven geschetst met de jam en het restaurant. Op die manier ontstond een patroon met een:
Lange tijd dachten hersenonderzoekers dat een bepaald hersengebied (de ventromediale prefrontale cortex = vmPFC) de beslissende rol speelt bij de hierboven bedoelde keuzes. Tijdens het onderzoek met de patiënten bleek echter een ander hersengebied (het pre-supplementaire motorgebied = pre-SMA) belangrijker.
De onderzoekers zagen tijdens de activiteit met de slot machine dat de vmPFC wel de nieuwe keuzeoptie signaleerde. Maar het was de pre-SMA dat de op waarde gebaseerde keuze maakte. Dat deel van de hersenen berekende dus welke van de twee opties de beste kans op beloning kon geven. Op basis van dat hersensignaal maakten de deelnemers hun beslissing.
De genoemde hersengebieden behoren beide tot frontale kwab van de hersenen. Ze zijn beide betrokken bij planning en besluitvorming. Door het spel met de slot machines uit te voeren met patiënten met epilepsie konden de onderzoekers de hersenen op een veel fijner niveau bekijken. Ze maakten opnames van individuele zenuwcellen.
Dat ze zagen hoe de hersenen werken bij het beslissingsproces helpt kennis over het menselijk brein te vergroten. In dit geval over de mechanismen achter een cognitief proces als keuzes maken. Hierdoor en verder hersenonderzoek, ook door anderen, verwachten de onderzoekers nieuwe behandelmethoden te vinden voor neurologische aandoeningen.
Neurologische aandoeningen zijn ziektes die voortkomen uit problemen in het zenuwstelsel (hersenen, ruggenmerg en zenuwen). Bekende voorbeelden zijn de ziekte van Parkinson, Multiple Sclerose en herseninfarct.
Veel wetenschappers beschouwen echter ook gokverslaving tot de hersenziektes. Dat zijn degenen die verslaving vooral zien als een probleem met het beloningssysteem in de hersenen. Maar door steeds meer onderzoek, gecombineerd met praktijkervaring, komt er steeds meer kennis. En dan blijkt dat iemand zelfs gokverslaafd kan worden als bijwerking van een medicijn bij ziekte van Parkinson.
Dus meer onderzoek blijft nodig. En dat is wat de onderzoekers van dit onderzoek gaan doen, want hun organisaties hebben een langdurige samenwerking.