We kennen allemaal de voorspellingen, zoals die er nu zijn over het Eurovisie Songfestival. De meeste komen van onderzoeksbureaus, die gewoonlijk marktonderzoek doen voor bedrijven, en van bookmakers. Maar het leukste onderzoek naar het Eurovisie Songfestival doen we eenvoudig zelf.
En het gaat ons daarbij niet om het zangtalent. Wij kijken naar de relaties tussen de deelnemende landen en hun stemgedrag in het verleden.
Elke kritische kijker naar het songfestival viel het bij de jurering al eens op. Nederland geeft in verhouding veel punten aan België en omgekeerd. Estland aan Litouwen en Letland, Malta aan Griekenland. Ga zo maar door. Het zijn vermoedens.
Kijkend naar de zangers en zangeressen ga je het niet direct onderzoeken. En de volgende dag is er weer iets anders om je druk over te maken. Wij, of eigenlijk één van onze medewerkers, is er toch eens voor gaan zitten. We pakten de resultaten van alle voorgaande jaren songfestival erbij. Ook verzamelden we enkele populaire jaaroverzichten, zoals Het Aanzien Van …, want we waren niet alleen geïnteresseerd in de koude getallen.
Natuurlijk werd ons onderzoekje ingegeven door de vraag naar die belangenverstrengeling van buurlanden. We gebruikten de jaaroverzichten om te kijken naar conflicten, oorlogen en economische belangen. We hadden namelijk het vermoeden dat landen elkaar daardoor ook bevoordelen, wanneer ze geen buurlanden zijn. Ongeacht dus de kwaliteit van het zangtalent.
De belangrijkste aanleiding om het nu eens te onderzoeken was echter de oproep van de BDS. Die beweging wil een boycot op alles dat met Israël te maken heeft. Wij dachten daarbij: Israël heeft geen buurlanden die meedoen aan het songfestival, het heeft geen langdurig historische of sociale banden met deelnemende landen. Toch heeft het al een aantal keren gewonnen.
Kan een verklaring daarvoor te vinden zijn in bovengenoemde factoren (stemgedrag buurlanden, oorlog, conflict etc) of zou de politiek daar een rol in spelen. Een aantal aan politiek gerelateerde constateringen bedachten we vooraf zelf al. Dat de Oekraïense zangeres zich terugtrekt uit het songfestival bijvoorbeeld, vanwege een conflict met Rusland. Of de Turkse boycot tegen LHBT-zangers. Die is immers gevoed door hun binnenlandse politiek; ze vrezen slechte invloed op turkse kinderen. Deze twee voorbeelden, en de BNS, staan echter los van de jurering.
Songfestival fanaten zijn ervan overtuigd dat politiek bij de jurering nauwelijks een rol speelt. De afgelopen jaren won volgens hen het land met de beste artiest, het beste nummer en de beste uitvoering. Maar ook dat zijn slechts vermoedens of gedachten vanuit wat zij het meest wenselijk achten.
De afgelopen jaren zijn de regels van het Eurovisie songfestival regelmatig veranderd. En het aantal deelnemende landen is gegroeid. De regels, de landen en de combinatie daarvan heeft vanzelfsprekend invloed gehad op de jurering.
De combinatie bijvoorbeeld bij de regel, ingesteld van 1966 tot 1972 en van 1978 tot 1989, dat een land in de officiële taal van het land moet zingen. Heeft bijvoorbeeld Engeland daar voordeel van gehad of niet. Het is algemeen bekend dat Frankrijk weerstand heeft tegen het Engels. Uit de statistieken blijken veel landen echter gemakkelijker te kiezen voor het Engels, ongeacht of het hun ‘moerstaal’ is.
We dachten zeker te weten dat landen rondom Rusland, zeker in het verleden, het meest op elkaar stemden. Dat bleek echter niet het geval. Scandinavische landen helpen elkaar nadrukkelijker aan stemmen. Maar het krachtigste buurblok werd de afgelopen jaren gevormd door Roemenië en Moldavië. Zou dat komen door de wens tot hereniging.
We kijken naar de oorspronkelijke vraag, ‘bevoordelen buurlanden elkaar’. Dan valt op dat de buurlanden Rusland en Oekraïne elkaar absoluut niet bevoordelen. Het gaat slechts om een zangwedstrijd, maar het lijkt er dan toch op dat de lopende crisis tussen die landen een rol speelt.
Psychologen zullen het logisch vinden dat juryleden die dezelfde taal spreken meer affiniteit hebben met elkaar. Dat Cyprus, waarvan bijna 70% van de bewoners een Griekse achtergrond heeft, het vaakst 12 punten gaf aan Griekenland is dan ook geen verrassing. Ze deden dat bovendien vaker dan andere historisch, cultureel of organisatorisch verbonden buurlanden, zoals bijvoorbeeld de Benelux.
Maar de invloed van politiek blijkt toch groot. Daarvan is grofweg de invloed bij ‘emotionele’ landen groter dan in ‘nuchtere’ landen. Dat het nogal nationalistische Frankrijk ons in Europa vaak dwars zit, zoals onlangs met de pulsvisserij, zal dus geen invloed hebben op het stemgedrag van de Nederlandse jury.
In de diverse voorspellingen maakt onze Nederlandse inzending, Duncan Laurence, een grote kans om te winnen. Vandaag, met nog precies twee weken te gaan, schrijft wiwibloggs dat Duncan de beste uitvoering gaf tijdens ‘Eurovision in Concert’. Wiwibloggs, een website gericht op het songfestival, schreef al direct dat hij hoog zou eindigen. En dat veranderde niet toen geleidelijk meer landen hun inzendingen bekend maakten.
Als er geen ramp gebeurt of ergens een onverwachte crisis uitbreekt gaan we in de voorspelling mee. Dat andere factoren, dan zangtalent, een rol spelen is voor ons inmiddels bevestigd. Maar voorlopig kun je dus het best op Duncan gokken.
Vergelijken van jurering, analyseren van oorlogen en crises en dergelijke was veel werk. Onze medewerker wil zijn data niet beschikbaar stellen, omdat hij het wil gebruiken voor een afstudeerproject. Veel van de door hem gebruikte getallen zijn echter op internet te vinden. Een goed begin is wikipedia. Begin bijvoorbeeld bij Eurovisie Songfestival 2018. Vandaaruit kun je naar individuele landen etc.
Je kunt natuurlijk ook eerdere wetenschappelijke onderzoeken gebruiken: