Hoe konden we bij alle woorden die we bespraken in de rubriek etymologie, het woord roulette vergeten. Waarschijnlijk was het geen vergeten, maar gemakzucht. Het woord roulette komt van het Latijnse rota. Dat betekent wiel.
Uit dat Latijnse woord kwam uiteindelijk via enkele tussenstappen het Franse La Roue. En bijvoorbeeld in het Nederlands ook het woord Rad. In La Roue zie je al de rou waarmee het verkleinwoordje roulette is gemaakt. Dat gebeurde al voor Pascal een woord bedacht voor het bekende spel.
De Franse taal kende al veel langer een verkleinwoord voor een wiel. In een tekst uit begin 12e eeuw staat het woord reuëlette, waarmee een wieltje wordt bedoeld. Volgens Franse etymologen is het de oudst bekende voorloper van het woord roulette. In een tekst rond 1400 staat dan ook nog rouellette de brouette (= kruiwagenwiel).
En in de tijd van Pascal wordt het woord roulette gebruikt voor verschillende zaken. Het is bijvoorbeeld, volgens een tekst uit 1680, een wieltje dat alle kanten op kan draaien onder een stoel. Een paar jaar later wordt het woord roulette ook gebruikt voor een stoel met twee wieltjes. Wellicht was dat, door de stoel achterover te houden en voort te duwen, een voorloper van de rolstoel. Het woord rol in rolstoel komt ook volgens sommige etymologen van rotulare, zie hieronder.
Hoe in de loop van de tijd het Latijnse rota naar La Roue kwam, daar zijn verschillende ideeën over. Een gangbare korte weg toont dat van rota het woord rotulare is afgeleid. Dat woord werd in het Indo-Europees opgenomen.
Rotulare kwam daarna in verschillende vormen in het zogenaamde Oudfrans en het Middelfrans, de voorlopers van het huidige Frans. In Oudfrans werd het roler en in het Middelfrans gebruikte men rouller. Er waren meer tussenvormen, maar uiteindelijk werd dat dus roulette voor het kleine wieltje. Ok, in zijn vroegste vorm, in het Oudfrans, nog geschreven als roulete.
Er zijn meer woorden afgeleid van het Latijnse rota, die wellicht nog duidelijker die afkomst tonen. Denk daarbij aan de rotonde (en dus geen rontonde, zoals veel mensen het uitspreken vanuit de opvatting dat het van rond komt).
Een ander afgeleid woord is bijvoorbeeld Rotary, de club die in 1905 in Chicago werd gestart door de Amerikaanse advocaat Paul Harris. Die club heet zo vanuit het idee dat functies binnen de club roteren, een werkwoord dat ook is afgeleid van rota. Evenals overigens het werkwoord rouleren.
Bij het woord roulette denkt vrijwel iedereen aan het oude gokspel met het wiel met het balletje. In de betekenis van zo’n gok wagen wordt het inmiddels op allerlei plaatsen gebruikt. En gebruiken creatieve schrijvers het. Zoals we onlangs in de Los Angels Times lazen dat zich voor de kust van Monterey een roulette van vissen vormde, terwijl walvissen rustig wachtten.
Zo zijn er veel meer voorbeelden van gebruik buiten het casino, waar wel naar het gokspel met de kans van 1 op 35 wordt verwezen.
In het Engels wordt het woord roulette overigens ook gebruikt voor een roterend apparaat waarmee in één keer meerdere perforaties te maken in papier of metaal. Bijvoorbeeld bij het maken van postzegelrandjes. En rond 1900 begon Roulette, een fabriek in Engeland, motorfietsen te ontwikkelen.
Een ander creatief gebruik komt van de Zwitser Georges Arthur Surdez. Hij emigreerde naar Amerika en werd daar schrijver van korte verhalen voor pulpbladen. In 1937 schrijft hij voor het tijdschrift Collier’s het verhaal “Russisch Roulette”.
Het is een verhaal over het leven vol avontuur en gokken van legionairs in een geïsoleerde Noord-Afrikaanse buitenpost. Het verhaal introduceert de term Russisch Roulette voor het met een revolver met één kogel een gok wagen. Daarmee populariseert Surdez het dodelijke spel dat in loop van de jaren duizenden mensen het leven zou kosten. Russisch Roulette bestond als handeling overigens al in de tijd van de tsaren.