Een loting en loterij. Neem een bingomolen en vul het met beschreven balletjes. Zet op de balletje een getal en laat mensen erop wedden, dan heb je een loterij. Maar zet je er namen op van jongeren die een beschikbaar plekje willen krijgen op een school, dan heb je een loting.
Bij loterijen denken we aan een kansspel. Een loting kan op dezelfde manier plaatsvinden, daarbij is het echter geen spel maar nog slechts een kans. En als toeval wordt gebruikt om geld of iets anders waardevols te winnen spreken we van een loterij. Bij een loting is toeval een manier om een selectie te maken.
De grens tussen loting en loterij is klein. Loterijen zijn niet meer weg te denken in onze maatschappij. Lotingen duiken telkens weer op. Momenteel ook op een manier die we kennen van het oude Griekenland.
In het oude Griekenland, met name in de tijd van de filosoof Plato, waren lotingen een veelgebruikte methode voor het nemen van beslissingen en selecteren van mensen. Een loting werd beschouwd als een eerlijke, onpartijdige methode. Het voorkwam individuele belangen en vooroordelen.
Bij zo’n loting, bijvoorbeeld voor een bepaalde functie, deden alle burgers mee. Hun namen werden, bij wijze van spreken, in een bingomolen gedaan. Daarna kwamen de namen eruit die een bepaalde taak of verantwoordelijkheid kregen. Bij de oude Grieken kon dat van alles zijn. Het ging om selecteren van juryleden bij een rechtszaak, volksvertegenwoordigers, bestuursleden van overheden en meer.
Een loting vond plaats met het doel een representatieve groep mensen te verkrijgen. Een groep die een afspiegeling was van de gehele bevolking.
De uitvoering van een loting hing af van het doel, en overigens ook van de regio. Bij een loting voor volksvertegenwoordigers deden waarschijnlijk alle oude Grieken mee. Andere doelen vereisten een voorselectie. Dan deden bijvoorbeeld alle mannen binnen een bepaalde leeftijdsgroep mee, die in militaire dienst waren geweest.
En het waren in die tijd geen bingomolens. Volgens historici waren het stukjes hout, scherven aardewerk, kleitabletten en andere voorwerpen waar de namen op waren geschreven. Waar het op stond maakte niet uit. Het ging om het willekeurig kiezen en op een eerlijke manier selecteren.
Volgens sommige historici was de kans op een functie ook onvrijwillig. Je naam ging als burger gewoon mee in de loting. En kwam je naam eruit dan werd je geacht de taak of verantwoordelijkheid op je te nemen.
Maar onvrijwillig of niet, de loting gaf iedereen de kans om deel te nemen aan het bestuur. Dat zorgde direct ook voor een bredere betrokkenheid van de burgers bij politieke besluitvorming.
Evenals bij loterijen zijn er ook mensen die kritisch zijn over lotingen. De bekende filosoof Plato, die van de platonische liefde, vond lotingen niet ideaal. Hij zag een regering liever geleid door wetenschappers. Plato schreef daarover in zijn boek ‘Politeia’ (ook bekend als ‘De Staat’). Zijn belangrijkste bewaar was dat een loting geen garantie was voor bekwaamheid. Volgens Plato moesten bestuurders over de juiste kwaliteiten en kennis beschikken.
Een ander bezwaar van Plato wijst naar het raakvlak van lotingen met loterijen. Hij had kritiek op de kans, het toeval en de onzekerheid die lotingen met zich meebrachten. Volgens Plato werden de beste beslissingen genomen door rationeel denken en objectieve kennis. Niet door het toeval of het lot.
Wij kunnen aan loterijen meedoen, maar ook een ander kansspel spelen zoals roulette, blackjack of backgammon. Zo hadden de oude Grieken naast de loting ook andere methoden om functionarissen te kiezen of beslissingen te nemen.
Ze hadden bijvoorbeeld ook gewoon verkiezingen. En ze kenden ook functietoewijzing door erfelijkheid, zoals bij ons het Koninklijk Huis. Volgens sommige historici kende de oude Grieken ook besluitprocedures waarbij sprake was van een combinatie van loting en loterij. Maar hoe dat in zijn werk ging is onduidelijk.
Leuke mogelijkheid in het oude Griekenland om te noemen is ostracisme. Het is procedure waarmee burgers iemand konden verbannen. Burgers mochten de naam van een politicus, rivaal of wie dan ook opgeven. Bij loting werd degene met de meeste ostraka (= scherf aardewerk) verbannen.
Overigens is het goed te melden dat het ‘oude Griekenland’, als samenhangende eenheid pas veel later ontstond. Wanneer wij het tegenwoordig over het oude Griekenland hebben gaat het eigenlijk om autonome stadstaten, zoals Athene, Sparta, Thebe, Korinthe en meer. Die stadstaten waren politiek onafhankelijk, hadden hun eigen wetten en de inwoners hun een eigen culturele identiteit. Werd iemand dus verbannen door ostracisme, dan was dat naar een andere stadstaat.
Maar we dwalen af. Want het gaat over lotingen, als loterijen zonder weddenschappen of andere spelvorm.
Er waren in de loop van de tijd meer landen en samenlevingen die gebruik maakten van lotingen. De republiek Venetië kende een ingewikkeld systeem van loting. Daarmee werd bijvoorbeeld hun Grote Raad gekozen, het hoogste wetgevende orgaan in de republiek. Het systeem bestond uit lotingen die werden afgewisseld met verkiezingen en stemmingen. En ook in Florence gebruikte de Florentijnse Republiek loting om bestuurders te selecteren.
Recenter is het experiment in 2004 interessant in Nieuw-Zeeland. Daar vond een loting plaats onder de bevolking om 99 burgers te selecteren. Die namen zitting in de burgervergadering om aanbevelingen te doen bij belangrijke kwesties.
Een paar jaar daarna deed IJsland iets soortgelijks. In 2010 werd na enkele lotingen uit alle IJslanders een raad van 25 burgers gevormd. Zij moesten voorstellen doen voor een nieuwe grondwet. Hun voorstellen werden niet of nauwelijks meegenomen. Want uiteindelijk lag het eindoordeel bij het zittende parlement.
Lotingen zoals die van het oude Griekenland en de voorbeelden daarna staan weer volop in de belangstelling. Voor de een is loting een manier om corruptie en partijdigheid te vermijden, omdat toeval (het lot) bepaald. Voor een ander is het een mogelijkheid voor burgerparticipatie. Bij Nieuw-Zeeland ging het om bevorderen van een deliberatieve democratie; dat is een democratie waarin burgerbesluitvorming door informeren en uitwisseling van argumenten centraal staat.
Weer andere voorstanders van loting wijzen naar de afspiegeling van de gehele bevolking. Door met loting uit de gehele bevolking te kiezen krijg je mensen met allerlei achtergronden.
Door de overeenkomsten tussen lotingen en loterijen zou je kunnen verwachten dat er ook loterijen worden georganiseerd rondom lotingen. Elke trekking voor een loting kan immers direct ook een trekking zijn voor een loterij. En dan is een stap verder ook een weddenschap mogelijk.