Over de creatieve casinopionier Richard Graves kun je een boek schrijven. De man bracht veel innovaties naar de gokwereld. Veel meer dan de opgetekende creatieve vondsten waarvoor anderen zich de credits toe-eigende. Eén daarvan was niet echt een gok-innovatie. Maar wel een leuk verhaal …
En bovendien weer een beetje actueel. Want begin dit jaar meldden enkele media dat een veilinghuis de gouden haan van Richard Graves zou gaan veilen. Het verhaal van die gouden haan begint in 1958.
In 1955 opende Richard Graves zijn vierde casino in Sparks, toen nog een zelfstandig stadje ten oosten van Reno. Hij benoemde John Ascuaga daar als manager. Als eerste promotionele actie verzon Richard, die door vrienden Dick werd genoemd, een paalzit wedstrijd. Hij loofde 10.000 dollar uit, nu met inflatiecorrectie ongeveer 110.000 euro. Die zou gaan naar de winnaar die een jaar op een vlaggenmast kon zitten aan de overkant van het casino.
Hij bedacht meer promoties. Toen hij in 1958 in het casino een restaurant bouwde noemde hij het ‘The Golden Rooster Room’, de gouden haan zaal. Het hoofdgerecht bestond uit gebraden kip. Richard Graves bedacht weer een opmerkelijke promotie, een massief gouden haan. Opmerkelijk omdat het bezit van goud verboden was door de ‘Goldreserve Act’ (goudbewaarwet) uit 1934.
Tijdens de Conferentie van Londen in 1933 besloten wereldleiders de internationale gouden standaard los te laten. President Roosevelt was tegen. Vanaf die conferentie verbood de Amerikaanse overheid goudbezit voor Amerikanen. Ze mochten alleen goud hebben, maximaal 1,5 kg, als sieraad of tandvulling.
Maar aan het eind van de jaren vijftig ontdekte de Amerikaanse regering dat ze een geldprobleem had. Er was te weinig goud, in hun ogen, om de munt stabiel te houden. Helemaal wanneer bepaalde betalingen in één keer moesten plaatsvinden. De overheid scherpte de wet aan.
Richard Graves ging met zijn idee voor een gouden haan naar Newman’s, een bekende juwelier in Reno. Die maakte een houten model en besloot voor de zekerheid contact op te nemen met de US Munt in Washington. Die verboden het idee van Richard Graves en zijn gouden haan. Ze vertelden dat het illegaal zou zijn een gouden beeld te maken.
De goudwet vormde een probleem voor Richard Grave en zijn gouden haan idee. Hij vond echter een uitzondering in de wet. Goud gebruiken mocht als iemand het in een product van vakmanschap verwerkte. Dat product moest dan ook als geheel meer waard zijn dan de prijs van het gebruikte goud. Dan moet ik er dus een officieel kunstwerk van maken, dacht Richard Graves.
Richard Graves stapte naar de in de gokwereld bekende en beruchte Frank Polk. Hij maakte in die tijd kitscherige beelden die casino’s gebruikten bij slotmachines. Polk was juist begonnen zichzelf meer als kunstenaar te verkopen. Hij was niet erg enthousiast over het idee voor een hanenbeeld voor het restaurant. ‘Het enige wat ik doe met kippen, is ze opeten’, vertelde hij.
Maar een paar dagen later had hij toch een haan geboetseerd. Hij factureerde Richard Graves 50 dollar, niet wetend dat het beeld in massief goud zou worden gegoten. Dat gebeurde dus wel, met hulp van juwelier Shreve uit San Francisco. Het 18-karaat gouden beeld van ongeveer 25 centimeter hoog en 18 kg kreeg een mooi plekje in het restaurant. En een afbeelding van de gouden haan sierde vele jaren de posters, menukaarten en andere materialen van het Nugget casino.
In 1960 had Richard Graves genoeg van het runnen van casino’s. Hij wilde meer doen met zijn creativiteit, anderen adviseren en slot machines ontwerpen. Graves verkocht zijn casino’s. Meerdere gegadigden boven veel geld om zijn Nugget casino over te nemen. Maar hij verkocht het, met een winstregeling voor het personeel, aan zijn manager John Ascuaga voor 3,75 miljoen dollar.
De koopovereenkomst deden Richard Graves en John Ascuaga mondeling, waarbij Graves zei, ‘betaal me wanneer je kunt, John’. En op de vraag van zijn dochter waarom hij het zo voordelig verkocht, terwijl er veel meer gegadigden waren, antwoordde hij, ‘Ik wil niet de rijkste man op het kerkhof zijn’.
Het is niet helemaal duidelijk of de koop al was gesloten. Maar in 1960, op een hete middag in juli, bezochten drie gewapende marshals het Nugget casino in Sparks. Ze liepen naar de gouden haan en namen het in beslag. De aanwezige menigte joelde toen de marshals de reden gaven voor de inbeslagname.
Voor die reden wezen de agenten vanzelfsprekend naar de goudwet van 1934. In de dagen daarna begonnen enkele gerechtelijke procedures rond Richard Graves en zijn gouden haan. In de tussentijd gebruikte Graves alle media-aandacht ter promotie van het casino. En als de media-aandacht even verstomde, bedacht hij iets nieuws. Zoals het plaatsen van een bronzen haan, gehuld in gestreepte gevangeniskleding, ter tijdelijke vervanging.
De marshals brachten de gouden haan van Graves naar een federale bankkluis in Californië. Daar verbleef het in ‘een isoleercel’ tot de rechtszaak uiteindelijk begon in maart 1962. Als de overheid de zaak won, zou ze de haan omsmelten en als goudklomp toevoegen aan de goudreserves.
De overheid erkende de gouden haan als een kunstobject. Maar omdat het als reclame werd ingezet, wilde ze de zaak voortzetten. Er werden allerlei experts bijgehaald. Uiteindelijk moest de jury beslissen. Na een middag en avond discussiëren besloot ze in het voordeel van het casino. De gouden haan ging terug naar het Nugget casino, waar het weer bij de ingang van het restaurant werd neergezet.
In de inleiding vertelden we dat er begin dit jaar een veiling werd aangekondigd van de gouden haan van Richard Graves. Dat bleek uiteindelijk een andere haan. Maar er is wel een veiling geweest. Dit is in sneltreinvaart hoe het tot die veiling kwam.
Na de overname door John Ascuaga moderniseerde deze de Nugget. Hij bleef nog jarenlang pionieren, met op de achtergrond zijn creatieve vriend Richard Graves. In 1997 droeg hij als CEO het bestuurstokje over aan zijn dochter Michonne. Zij runde het casino met haar broer Stephen tot 2013. Ze verkochten het casino. Maar de nieuwe directie maakte er een financieel fiasco van. Daardoor ging het al in 2014 naar een nieuwe eigenaar.
De financiële tegenvaller was een van de redenen dat de familie Ascuaga de gouden haan te gelde wilde maken. Dat gebeurde op 12 juli 2014. Het ging voor 234.000 dollar, wat maar iets meer was dan de waarde bij omsmelten, naar een nieuwe eigenaar. Of eigenlijk DE nieuwe eigenaar. Want kort na de veiling stond de gouden haan weer op zijn vertrouwde plaats in het restaurant, dat inmiddels was hernoemt naar ‘El Gallo de Oro’,