Casino Gompel is volgens kenners een van de mooiste voorbeelden van een bepaalde kunststroming. Helaas zijn zij het niet eens over de stroming. De een noemt het late Jugendstill (art nouveau), de meesten houden het op art-deco. En tenslotte zijn er ook nog die Casino Gompel in de Biedermeier-hoek plaatsen.
Hoe dan ook, Casino Gompel is wel een mooi verhaal dat begint in de jaren twintig van de vorige eeuw. Al eeuwen werden allerlei producten van glas gemaakt. Glasblazen is een uitvinding kort na het begin van onze jaartelling. Geleidelijk maakten kunstenaars en fabrikanten vazen, bekers, kandelaars en dergelijke van glas in allerlei vormen.
Glasplaten voor ramen zijn er veel minder lang. Zo’n vlakke plaat lijkt eenvoudiger dan een, soms grillig gevormde, vaas. Maar in tegenstelling tot wat mensen daarbij vaak denken is het maken van vensterglas moeilijker. Het glas heeft een andere chemische samenstelling en er worden heel specifieke eisen aan gesteld.
Talrijke fabrieken houden zich er eind 19e eeuw mee bezig. Het is in 1902 de Amerikaanse uitvinder Irving W. Colburn die een methode bedenkt en patenteert voor massaproductie van vlak glas. Kort na zijn patentverlening gaat hij echter failliet. Samen met fabrikant Toledo Glass ontwikkelt hij daarna verder en samen starten zij in 1916 Libbey-Owens Sheet Glass company. Het bedrijf heeft al snel meerdere fabrieken in Amerika.
Na de Eerste Wereldoorlog komen er ook fabrieken in Europa. In 1920 koopt het internationaal gerichte dochterbedrijf een stuk land in Gompel en bouwt er een nieuwe fabriek. In 1923 begint de dan grootste glasfabriek van Europa, onder de naam Glaver, zijn productie. Zoals toen gebruikelijk komen bij de fabriek woningen voor de medewerkers. De straten krijgen namen die verwijzen naar de andere Europese fabrieken en naar de uitvinders (naast Colburn ook Owens).
In het bij de fabriek aangelegde park wil het casinobedrijf een nieuw pand bouwen voor de ruim 4000 medewerkers. Daarvoor vragen ze in 1925 de 72-jarige Brusselse architect Louis Sauvage. Die heeft dan al vele bouwprojecten op zijn naam staan, in alle drie bovengenoemde bouwstijlen. Hij ontwerpt Casino Gompel.
Bouwmeesters zijn lovend over het ontwerp en het gebouw dat niet veel later is opgetrokken. Het is symmetrisch, heeft een verhoogde benedenverdieping en twee verdiepingen daarboven. Aan de voorzijde liggen halve mansardedaken en achterin kiest Sauvage voor zadeldaken. De baksteenbouw van de voorgevel is decoratief. Naar achteren toe is de bouw wat saai… vinden wij.
Het gebouw heeft een ruime hal met veel decoratief bewerkt hout. De aanliggende feestzaal ligt onder een koepel van ijzer en glas. Zo gaan de bouwkenners nog even verder in hun beschrijving, tot in detail, van het gebouw.
Dat gebouw doet in het begin tevens dienst als nachtopvang voor tijdelijke medewerkers. Daarom wordt het vanaf het begin ook wel Hotel Casino Gompel genoemd. Maar nu komt het…
Casino Gompel is geen casino zoals wij ons dat voorstellen. Het is een casino zoals we de oorsprong van een ouderwets speelhuis beschreven bij de etymologie van het woord casino. In Casino Gompel komen medewerkers samen, vieren ze een jubileum, gaan naar een optreden en vermaken zich wellicht met een (Caribisch) kaartspelletje. De kans dat er bijvoorbeeld een roulettetafel beschikbaar was is erg klein.
Rond 1900 bouwen meerdere fabriekseigenaren woonwijken rondom hun fabriek. Bekende voorbeelden in Nederland zijn de Philipswijk in Eindhoven, de arbeiderswoningen van Van Nelle in Rotterdam en het Enka-dorp in Ede. Vrijetijdsbesteding is tot die tijd nog voorbehouden aan de bazen. Maar ook dat verandert. Voor arbeiders bouwen de fabrikanten casino’s.
Het zijn veredelde buurthuizen met theater- en feestzalen en soms zelfs met sportfaciliteiten. Casino Gompel is daarbij vooral gericht op de bewoners van de eigen fabriekswoningen. Bij de andere vestigingen van de internationale glasorganisatie in Europa komen soortgelijke casino’s. Met die luxe casino’s onderstrepen fabrikanten hun sociale karakter, de voorloper van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt vooral de fabriek flink beschadigd. Casino Gompel ondervindt nauwelijks hinder. De eigenaren laten de fabriek renoveren en de productie gaat verder. In 1960 fuseert Glaver met Univerbel. Ze gaan samen verder als Glaverbel.
Ruim tien jaar later, in 1976, verkoopt het bedrijf de woningen aan de arbeiders. Die verbouwen hun verworven bezit in alle vrijheid naar hun eigen ideeën. Al snel is er geen eenheid meer te ontdekken en verdwijnt de verbinding van de woonwijk qua uitstraling met de fabriek en het casino.
Het casino heeft als zodanig ook geen belang meer voor de fabriek. Daarom wordt het gebouw verkocht aan de familie Vansant. Die zetten het voort als hotel restaurant met feestzaal. Lange tijd blijft het daarmee een functie behouden voor het omliggende dorp.
Kort voor de eeuwwisseling gaat het echter mis. Het faillissement van het familiebedrijf wordt aangevraagd. De familie is het daarmee niet eens. Ze vechten het faillissement aan en starten een procedure die nog steeds loopt. De curatoren verkopen het gebouw ondertussen aan aannemer Paul Smets. Wanneer deze tien jaar later een sloopvergunning aanvraagt voor het gebouw gaat er een golf van verontwaardiging door het dorp.
Casino Gompel in de steigers
Casino Gompel is dan al ernstig in verval. Er is jaren geen onderhoud gepleegd. En daklozen, junkies en anderen hebben ernstige schade toegebracht. Het fraaie schrijnwerk is vernield, muren zijn bespoten met graffiti en bruikbare materialen zijn gesloopt voor verkoop.
De dochter en schoonzoon van de familie Versant begint een petitie. Ruim 500 mensen tekenen voor het behoud van het voormalige casinogebouw. Geert Bourgeois, de Vlaamse minister van Onroerend Erfgoed, bekommert zich ook om het gebouw. Hij laat het in 2010 op de lijst van cultuurbezit plaatsen. Daarmee komt het in aanmerking voor bescherming en is sloop voorlopig niet toegestaan.
Inmiddels zijn we weer bijna tien jaar verder. Volgens omwonenden is de verloedering van het gebouw in de afgelopen jaren verder gegaan. Maar een paar maanden geleden verkocht de huidige eigenaar Paul Smets het gebouw aan Lawrence De Belder. Deze laatste kocht het vanwege de uitstraling, de architectuur en het historische verleden. Hij wil Casino Gompel in oude staat herstellen.
Samen met de gemeente werkt hij aan een nieuwe toekomst voor het casino. Het moet weer deel gaan uitmaken van het dorp. Als hotel en feestzaal en wellicht als een heus casino met een roulettetafel en nieuwe gokkasten.