Volgens het Amerikaanse Verslavingscentrums(AAC) is 10% van de Amerikanen boven de 12 jaar verslaafd aan drugs. Het aantal gokverslaafden ligt rond 2%. Dat is minder dan het geschatte aantal van 6% inwoners dat verslaafd is aan winkelen. En het percentage verslaafde videogamespelers is volgens het AAC gelijk aan dat van drugsverslaafden.
Over het aantal verslaafde verzamelaars zijn geen gegevens bekend. Terwijl in ieder mens een verzamelaar schuilt. Volgens de Duitse psychiater Peter Subkowski is verzamelen een fenomeen met antropologische en sociobiologische wortels, met per individu verschillende psychodynamische componenten.
Iedereen verzamelt. Bij een crisis noemen we de verzamelaars van closetpapier hamsteraars. De persoon die postzegels, beeldjes van olifanten of andere producten verzamelt, vinden we een leuke verzamelaar. Die kunnen ons zelfs aanzetten zelf een verzameling te beginnen.
Maar bij elke verzameling kan het verzamelen doorslaan in verzamelwoede, het dwangmatig spullen verzamelen en bewaren. Het verzamelen kan dan leiden tot schades die vergelijkbaar zijn met die van andere verslavingen. Schades zijn bijvoorbeeld geld- en relatieproblemen.
Bij veel verzamelaars is het verslavende karakter niet of nauwelijks zichtbaar. Hooguit roept een partner af en toe of het niet minder kan. Dan is er geen aandacht voor het gezin en vrienden, of hangt en ligt het huis vol met objecten van verzamelen. Soms weet een intieme omgeving dat er geldproblemen zijn door de vele reizen naar het buitenland. De verzamelaar wil dan per se bijvoorbeeld veilingen bezoeken om een ‘uniek’ verzamelobject te bemachtigen. Of hij geeft zijn laatste geld er aan uit.
Zichtbaar voor de buitenwereld is de verslaving pas als de opruimers van de gemeente komen. De verslaafde verzamelaar is dan in zijn omgeving al een zonderling. We zien het soms in TV-programma’s. De buurt kon er lange tijd mee omgaan, maar de stank die uit het huis komt is ondragelijk geworden. In zijn drang tot verzamelen verwaarloosde de verzamelaar zichzelf tussen zijn verzamelobjecten.
We schrijven ‘zijn drang’. Iedereen verzamelt, maar het zijn volgens hulpverleners vooral mannen waarbij het zichtbaar is of extreem wordt. Waarom het vooral mannen zijn is een van de dingen waar Subkowski zich over verwonderde bij zijn onderzoek.
Het mag duidelijk zijn dat verzamelaars ook verslaafd kunnen zijn. Daarvoor hoeven ze zich niet extreem te gedragen of zichtbaar te zijn in programma’s als ‘My Strange Addiction’.
De verslaafde verzamelaar blijft vaak onzichtbaar achter zijn verzameling. Daarbij houdt de omgeving zich stil uit schaamte stil over de problemen en roepen anderen ‘wat een geweldige verzameling’… als het Elvis-parafernalia of spullen van een favoriete sportclub betreft. Bij de vrouw die schoenen, tassen of lippenstiften verzamelt heeft dat woordje ‘geweldig’ hooguit een andere intonatie.
Hoeveel verslaafde verzamelaars er zijn is moeilijk te zeggen. Volgens de nog weinige onderzoekers naar het fenomeen ligt het percentage hoger dan we denken. Maar de schade die het de maatschappij geeft is waarschijnlijk te laag om er zoveel aandacht aan te geven als aan bijvoorbeeld drugs- en gokverslaving.
Bij de uitspraak ‘iedereen verzamelt’ zullen sommige mensen aan de jagers en verzamelaar denken. Daar wijzen steeds meer voedings- en gezondheidsgoeroes naar. Maar jagen op voedsel en verzamelen van fruit is tegenwoordig niet meer nodig. De huidige verzamelaar heeft andere motieven.
In 1994 schreef psychologe Ruth Formanek het artikel ‘Why they collect – collectors reveal their motivations’. Daarin stelt ze vijf motivaties voor waarom mensen verzamelen; grof vertaald zijn dat:
Het is inmiddels duidelijk dat verslaving of dwangmatig gedrag ook bij de vier andere motivaties kan bestaan. Bij verzamelen, met name het moment van vinden, maken de hersenen evenals bij gokken en andere onderwerpen van verslaving dopamine aan.
Zoals gezegd is het verslavende bij verzamelaars minder zichtbaar. Dat komt onder andere doordat verzamelen als maatschappelijk geaccepteerde bezigheid wordt beschouwd. De verzamelaar zelf onderkent de verslavende werking soms wel. Die vertelt op verjaardagen over zijn inmiddels uitgebreide verzameling dat ‘het een beetje is doorgeslagen, een manie is geworden en hij een beetje verslaafd is geraakt’.
Zolang hij dat zegt valt zijn verslaving wellicht nog mee. Toch is volgens meerdere onderzoekers bij verzamelen sprake van een gedragsverslaving. Dat is de dwang een activiteit uit te voeren die schadelijke gevolgen kan hebben. Meestal geeft men daarbij voorbeelden als gokken, drugs, seks, winkelen en dergelijke. Maar verzamelen hoort daar ook bij volgens enkele wetenschappers.
De verzamelaars gaven diezelfde wetenschappers wel nieuwe inzichten in gedragsverslaving. Inzichten die aansluiten bij de andere kijk op verslaving die de afgelopen jaren in opkomst is. Zo’n andere kijk is bijvoorbeeld meer aandacht voor de achtergrond bij het individuele gedrag. Oftewel elke verslaafde is anders en door andere oorzaken of aanleidingen tot zijn of haar verslaving gekomen. Het maakt daarbij niet uit of het om gokken, drugs of het obsessief verzamelen van Pokemon-plaatjes gaat. Een andere kijk is ook dat hulpverleners minder snel grijpen naar farmaceutische oplossingen.
Het nieuwe inzicht is gebaseerd op levenspatroon veranderen. De weinige onderzoekers die de verslaafde verzamelaar als onderwerp namen, zagen deze daardoor veranderen. Ze haalden het object van verzamelen weg. En ze gaven begeleiding bij het herkennen van de achterliggende motieven van het verzamelen. Die kan zoals gezegd voor ieder individu anders zijn. Het hielp meerdere verzamelaars van hun dwangmatigheid af, en vaak ook van hun verzameling.
Inzicht in de achtergrond van hun verslaving en levensstijl-verandering blijkt ook voor drug-, gok- en andere verslaafden een oplossing te kunnen zijn. Maar de meeste onderzoekers beschouwen verslaving nog als een behandelbare, chronische ziekte van complexe interacties tussen erfelijke zaken, de hersenen, de omgeving en andere factoren. Levenservaring en -situatie is er daarvan slechts eentje.
En sommige onderzoekers willen het ‘onschuldige’ verzamelen niet vergelijken met gokken, winkelen en dergelijke. Terwijl anderen zeggen dat het heel veel voor komt dat mensen niet kunnen stoppen met het kopen van verzamelobjecten en dus verslaafd zijn. Het is al lang duidelijk dat dit een leven behoorlijk negatief kan verstoren. Niet alleen het leven van de verslaafde verzamelaar, maar ook diens omgeving (relatie, werk etc.).
Hale Dwoskin, schrijver en betrokken bij de Sedona-methode, geeft de symptomen van de verslaafde verzamelaar:
De eindconclusie van de meeste onderzoekers is dat verzamelen de meeste verzamelaars plezier brengt. Verzamelaars genieten van hun verzamelobjecten, zoals de meeste spelers genieten van een spelletje roulette, poker of een slot machine. Tja, en bij sommige verzamelaars en gokkers schiet dat door in probleemgedrag.