Bovenstaande en soortgelijke titels als hierboven staan regelmatig in Britse kranten. We zijn snel geneigd bij een relatie tussen gokverslaving en armoede, de relatie bij arme personen te leggen. Maar er is meer aan de hand. Dat bleek uit een recent onderzoek van de Universiteit van Bristol.
Belangrijkste conclusie is dat mensen in achterstandswijken worden achtergesteld. En dat ze onevenredig worden geconfronteerd met schadelijke keuzes. Dat laatste bijvoorbeeld doordat er in die wijken veel meer gokhallen, wedkantoren en snackbars zijn.
Er zijn zelfs wijken waar alleen gokkantoren zijn. Bibliotheken, supermarkten en sociale hulpinstanties zijn buiten de wijk gevestigd.
Je zou bij bovenstaande titel kunnen denken dat mensen met weinig inkomen meer kans hebben gokverslaafd te worden. Maar volgens een raadslid in zo’n Britse achterstandswijk is dat een onjuiste gedachte.
Die mensen hebben niet of nauwelijks toegang tot de diensten en faciliteiten die hen kunnen helpen. Hen helpen bijvoorbeeld hun problemen op te lossen, gebruik te maken van subsidies of andere kansen krijgen hun leven te verbeteren.
Waar in rijkere wijken talrijke dienstverlening is, moeten de arme wijken het doen met gokhallen, wedkantoren en aanbieders van krasloten. Zo krijg je een relatie tussen gokverslaving en armoede die een scheef beeld geeft.
De afgelopen jaren zijn in meerdere Britse steden projecten gestart om problemen op te lossen. Niet alleen gokproblemen, ook alcoholproblemen. Bij alcohol bleek in sommige wijken eenzelfde situatie als nu met gokken is gebleken. Er waren onevenredig veel slijterijen of andere mogelijkheden aan alcohol te komen.
Natuurlijk waren er alcoholproblemen, zegt een raadslid. Veel mensen in de achterstandswijken zijn werkeloos en hebben niets omhanden. Bij het enorme en gemakkelijke aanbod van drank lag het risico op alcoholproblemen hoog.
Tijdens de projecten is op veel plaatsen het alcoholaanbod teruggedrongen. Dit heeft, bijvoorbeeld in de Schotse wijk East Ayrshire als geleid tot 20% minder alcoholdoden. Dat men daarmee blij is heeft te maken met de achterliggende statistieken.
Een overmatige drinker is namelijk niet direct dood. Ervoor zit een glijdend proces van gelegenheidsdrinker tot alcoholverslaving. De statistieken bij zoiets tonen dan bijvoorbeeld dat bij één dode er 10 zware drinkers zijn op het randje van dood, 50 zware drinkers die niet dagelijks drinken, 100 drinkers met financiële of sociale problemen etc.
Bij de constatering dat er 20% minder alcoholdoden zijn, is er ook in dat voortraject vooruitgang geboekt. Dus minder zware drinkers etc.
Nu blijken de gokproblemen in achterstandswijken een probleem. In diverse gemeenten zijn daartoe al soortgelijke projecten gestart als eerder bij alcohol. Dat begint ermee het aantal gokmogelijkheden te verminderen.
Maar dat is een stuk lastiger omdat gokken niet per se meer fysiek hoe te worden gedaan. Gokken kan steeds meer of afstand. Dus als de fysieke gokhallen verdwijnen, gaan mensen eenvoudig meer via hun mobieltje of computer gokken. Bovendien heeft corona volgens onderzoekers veel voorheen fysiek spelende gokkers naar online gokken gebracht.
De verschuiving naar online maakt het lastig een oplossing te bedenken. En daar zie je dus gemeenten elk hun eigen ideeën ontwikkelen. In de commentaren lees je dat meerdere politici de onderzoeken naar gokproblemen erbij pakken. Maar vooral blijkt dat er geen eenduidige aanpak is, voor zover die al mogelijk is.
Sommige gemeenten zoeken het in een verbod op reclame voor gokken. Andere zoeken het in meer wetgeving, het alsnog terugdringen van fysieke gokmogelijkheden of andere oplossingen.
In de genoemde Schotse wijk East Ayrshire lijken ze in twee sporen te geloven. Ze richten zich aan de ene kant op mensen die al duidelijk een gokprobleem hebben. De oplossing zoeken ze daarbij in veranderen van regels, trainen van ambtenaren en het helpen van mensen met gokproblemen dat probleem terug te dringen.
Aan de andere kant richten ze zich meer op jongeren. Want verslaving begint al heel jong, meldt een raadslid, veel eerder dan het probleem zich voordoet. Hij vindt voorlichting naar jongeren belangrijk. Waarbij hij het vooral belangrijk vindt dat jongeren weten dat het casino altijd wint.
Politiek is een afweging van belangen, vertelt een politicus verantwoordelijk voor een andere achterstandswijk in Groot Brittannië. En naar die belangen realistisch, zonder emotie, te kijken vanuit het grote geheel.
Hij komt met het wrange voorbeeld van de Afrikaanse kindjes bij Westerse geldinzamelingsacties. In het Westen zijn we emotioneel gefocust op zo’n kindje. Maar in Afrika is in veel landen een groot gezin nog steeds de standaard, volgens hem. Omdat de ouders ervan uitgaan dat enkele van hun kinderen op jonge leeftijd zullen overlijden. Terwijl er kinderen nodig zijn om mee te werken en later voor hun ouders te zorgen.
Daarna wijst hij erop dat bij een relatie tussen gokverslaving en armoede in het Westen ook breder moet worden gekeken. Hij wijst niet alleen naar de wellicht vele aanwezige gokmogelijkheden in een wijk. Hij vertelt dat er ook mensen zijn in onze welvarende landen die niet te eten hebben, geen uitzicht hebben op werk, in slecht onderhouden huizen wonen, een familiaire geschiedenis hebben van criminaliteit etc.
Al die invalshoeken maken één oplossing volgens hem bijna onmogelijk. Dan kun je twee dingen doen, oppert hij. Je kunt snel kiezen voor een te algemene oplossing. Daarbij schiet je met hagel en zullen sommige politici vooral de nadruk leggen op een zichtbaar resultaat. Dat is de oplossing waarbij enkele bewoners zijn gebaat en waarmee een politicus publicitair kan scoren.
Een andere en langere weg is het probleem vanuit een historisch startpunt te bekijken. Dat is je realiseren dat een probleem niet in één keer uit de wereld geholpen kan worden en dat het vaak samenhangt met andere problemen. In plaats van een oplossing voor volgend jaar, kies je dan voor een oplossing waarbij het resultaat pas over een paar jaar zichtbaar is.