Harry Brolaski schreef een interessant boek over gokken. Hij was echter vooral een veelzijdig man. Toch belichten de meeste berichten over hem doorgaans slechts één facet. Je zou daardoor bijna denken dat er meerdere personen zijn die Harry Brolaski heten. Bovendien verwarren de berichten hem soms met zijn vader. Dus moeten we, evenals bij Clarence Ray, zelf op onderzoek.
Harry Brolaski is geboren in 1871 in St. Louis. Zijn vader opent kort daarvoor met enkele zakenpartners hotel Laclede in die plaats. Het is een investering, het dagelijkse werk van zijn vader is kapitein bij een rederij. Hij vaart met de beroemde stoomboten op de Missisippi rivier. Voor de Amerikaanse burgeroorlog, die duurde tot 1865, waren dat beruchte casinoboten. Maar na die oorlog zijn het vooral veerboten naar Memphis en New Orleans.
Tijdens vakanties helpt de jonge Harry Brolaski zijn vader af en toe mee op een boot, de Annie P. Silver. Op een dag in 1888, Harry is net 18 jaar, benadert een man hem. De man, mister Morris genaamd, is goklicentiehouder van een paardenrenstal. Morris heeft informatie die hij zelf niet kan gebruiken en hij verleidt Harry tot een samenwerking. Het wordt de introductie van Harry Brolaski in de gokwereld.
Met zijn vakantiegeld zet Harry in bij de voorgestelde paardenrace. En hij wint. Die avond vraagt zijn vader hem waar hij is geweest. Enthousiast vertelt Harry dat hij geld heeft gewonnen bij het wedden. Zijn vader is furieus. Hij probeert de weken daarna zijn zoon het gokken uit zijn hoofd te praten. Maar zonder succes.
Het verschil in levenshouding lijkt de enige mogelijkheid onderscheid te kunnen maken in de bovenbedoelde soms verwarrende berichtgeving. Harry en zijn vader worden daarin zowel Harry als Henry genoemd.
Harry Brolaski jr. heeft de smaak te pakken en blijft gokken op racebanen. Later komen daar andere kansspelen bij. Hij leert snel. Daarbij zitten ook lessen in valsspelen, oplichten en meer. Gebruikelijke zaken in de Amerikaanse gokwereld van die tijd. Geleidelijk begint hij zelf gokactiviteiten op te zetten.
Dat doet hij vooral rond paardenraces, maar Harry Brolaski is ook niet vies van andere gokzaken. Hij gokt, is bookmaker en organiseert gokevenementen in allerlei plaatsen. En hij heeft onder andere een goklicentie in San Francisco, waar hij voornamelijk in het winterseizoen verblijft. Wanneer de paardenracerij daar wordt verboden verhuist hij naar Mexico. In Tijuana, net over de Amerikaanse grens bij El Paso, regelt hij een goklicentie voor een racebaan en een vergunning voor de bouw van een groot casino.
De Mexicaanse regering trekt beide vergunningen echter weer in, onder grote druk van de Californische overheid. Daarop reist Harry Brolaski naar Washington. Hij protesteert bij de federale regering tegen de paardenrennen en het gokken in Tijuana en Juarez.
In 1909 en 1911 luistert een speciale commissie van het congres naar zijn geweeklaag, tijdens twee hoorzittingen. Hij stuurt aan op een wetswijziging, maar vindt er geen gehoor. En zijn protest wordt genegeerd. Wel worden zijn openbaringen meegenomen in een uitgebreid verslag in 1916, van een commissie die onderzoek doet naar weddenschappen bij paardenraces.
Brolaski is gefrustreerd over het terugnemen van de vergunningen door Mexico en de rol daarbij van de overheid. Met volgens velen geveinsde tranen van smart en berouw keert hij zich tegen het gokken. Nadat hij bij de overheid geen gehoor vindt, schrijft hij een biografisch pamflet in de derde persoon met de volgende tekst:
Op 5 oktober 1909 stopte hij met het oude leven en sloot hij openlijk en publiekelijk een bondgenootschap met de morele hervormingsgezinde krachten van het land. Sinds die tijd heeft hij gesproken op twee commissie hoorzittingen in de Amerikaanse senaat ter ondersteuning van een wetsvoorstel om het sturen van goknieuws over de renbaan van de ene staat naar de andere per draad te verbieden en ook op een commissie hoorzitting in de Senaat van Ohio. Hij heeft adressen van kerken, zalen, theaters en verenigingsgebouwen in de staten New York, Ohio, Maryland, Illinois, Californië en Oregon geleverd, waarbij hij het gokken en de politieke corruptie blootlegde.
Tegelijkertijd schrijft Harry Brolaski het autobiografische boek ‘Easy Money’. De ondertitel luidt: de ervaringen van een bekeerde gokker. Op het moment van verschijnen lijkt het een oprechte aanklacht. Later terugkijkend zou je het goedverkochte boek een commercieel handige wraakactie kunnen noemen.
Voor ons en vele anderen is het boek wel lezenswaardig. Het geeft een mooi historisch inzicht in het gokken rond 1900 in Amerika. Brolaski bespreekt meerdere kansspellen, waarbij bijvoorbeeld ook blijkt dat het nu populaire Blackjackspel toen nog nauwelijks bekend was onder die naam.
Volgens meerdere bronnen blijft Brolaski gewoon gokken. Officieel werkt hij echter als tussenpersoon bij handelsovereenkomsten, waarbij hij vraag en aanbod bij elkaar brengt. Zijn gokervaringen zet hij vooral in om een politiek carrière op te bouwen. Het succesvolle boek en de geveinsde bekering helpen daarbij.
Tussen 1911 en 1915 is hij onder andere vertegenwoordiger van Justitie in Chicago, voorzitter van de Republikeinse Staatscommissie in Los Angeles en aandeelhouder in diverse ondernemingen en overheidsprojecten in diverse plaatsen en staten.
Hij komt echter vooral in het nieuws als betrokkene bij gokactiviteiten en oplichting. Dat laatste niet alleen van derden, ook van zakenpartners. Harry Brolaski lijkt een man van ‘take the money and run’. Soms letterlijk, als de poltie van Los Angeles hem begin 1918 oppakt nadat hij is gevlucht voor de New Yorkse politie.
Via zijn diverse belangen in Californië komt hij als ambitieus politicus in Redondo Beach. Daar maakt hij zich in 1915 sterk voor de bouw van een haven met pier. De oude kades zijn er vergaan en gesloopt. Een nieuwe pier biedt vele mogelijkheden. De felheid waarmee hij een haven propageert komt volgens velen weer voort uit vergelding. Dit keer tegen een akkefietje in San Pedro, dat toen al een lucratieve haven had.
Door zijn inzet voor Redondo Beach kiest een meerderheid van de 500 inwoners hem op 8 april 1918 tot burgemeester van het plaatsje. Een half jaar later wordt hij echter alweer afgezet. Dit keer niet, in ieder geval niet officieel, vanwege schandalen. Hij verzuimt zijn burgemeesterstaken goed uit te voeren en is te vaak afwezig door zijn zakelijke belangen elders in het land.
Bij vrijwel elk schandaal en alle arrestaties weet hij zich eruit te kletsen, of gebruikt hij andere middelen om onder een veroordeling uit te komen. Zoals de meest geruchtmakende zaak die hem lang achtervolgt, het handelen in valse aandelen van een filmbedrijf in New York.
Maar in 1920 lukt het Harry Brolaski niet uit handen van justitie te blijven. Op 10 oktober dat jaar wordt hij in San Francisco gearresteerd voor het overtreden van de Droogleggingswet. Die wet stelt dat alcoholgebruik is toegestaan, maar de handel erin niet. Officieel beschuldigt men hem van deelname in, wat bekend werd als, het Bay Liquor Scandal. Daarbij zou hij met handel in illegale whisky in vier maanden tijd miljoenen hebben verdiend… en verloren door zijn arrestatie.
Na zijn arrestatie komt hij op borgtocht vrij, maar zijn zaak blijft aandacht van de media houden. Krantenlezers krijgen inzicht in de diverse duistere zaken van Harry Brolaski. Hij wordt het gezicht van corruptie en misdaad in de twintiger jaren van de 20ste eeuw. Brolaski is volgens meerdere historici ook een persoon waarop schrijver F. Scott Fitzgerald zijn beroemde boek The Great Gatsby baseert.
Voor anderen is hij een voorbeeld van de criminele immigrant, hoewel zijn Poolse familie al meedere generaties in Amerika woont. Het zouden volgens politici en nationalistische sentimenten rond 1900 vooral immigranten zijn die gokken en criminaliteit naar Amerika brachten.
De rechtszaak tegen Harry Brolaski gaat gewoon verder. Op 22 december 1920 veroordeelt een rechter hem tot twee jaar gevangenisstraf en een geldboete van 10.000 dollar. Brolaski gaat in hoger beroep en hij blijft onderwijl vrij van uitvoering van de straf.
Maar op 10 april 1922 valt uiteindelijk toch het doek voor Harry. Hij accepteert zijn straf met de opmerking: “deze ronde won de federale overheid, maar ik zal het sportief oppakken”. Hij wordt overgebracht naar de gevangenis op McNeil eiland.
Volgens de standaardprocedure onderzoekt de gevangenisarts hem bij zijn binnenkomst. Daarbij wordt kanker geconstateerd. Drie dagen later krijgt hij een hartaanval en men brengt Harry Brolaski naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Vanaf dat moment krijgt hij een speciale behandeling. Hij reist drie keer per week in zijn eentje, dus onbewaakt, tussen de gevangenis en het ziekenhuis.
De enige die hem bewaakt is Mary Bell Brolaski, zijn moeder. Zij zit alle dagen aan zijn bed. Ondanks de behandelingen gaat zijn toestand achteruit. In oktober 1922 moet hij een operatie ondergaan. Het is een gok, maar niet voor Harry. Overleeft hij dan blijft hij een gevangene, overlijdt hij dan mag hij naar huis in een kist.
Hij overleeft de operatie. Direct wordt een verzoek gedaan voor vervroegde vrijlating. Die krijgt hij uiteindelijk in maart 1923 toegewezen, nadat artsen zeggen dat hij niet lang meer te leven heeft. Hij overlijdt een klein jaar later op 8 januari 1924 in Los Angeles.
Zijn moeder brengt zijn lichaam naar St. Louis. Daar wordt hij begraven naast zijn vader, die op 17 oktober 1921 overleed.