James Bond en gokken is een prachtig onderwerp. Je zou denken dat veel onderzoekers het al hebben bekeken. Of dat ze het gokgedrag van James op zijn minst hebben meegenomen bij een gokgerelateerd onderzoek. Maar dat valt tegen. Er zijn tientallen boeken en onderzoeken over James Bond en bijna alles wat ermee samenhangt. Maar James Bond en gokken is daarbij onderbelicht.
Terwijl het om diverse redenen interessant is, zelfs als je maar een van die redenen bekijkt. Je kunt bijvoorbeeld kijken naar de spelstrategie die hij gebruikt, welke spellen hij speelt, op welke manieren spellen ter sprake komen als ze niet in beeld zijn. Zelfs de veranderende opvattingen over gokken kunnen een invalshoek zijn bij een filmserie die al bij zestig jaar loopt. En zo zijn er in de films veel meer raakvlakken te vinden met James Bond en gokken.
Rond de tijd van de eerste James Bond film, met al direct veel gokken, ligt de meeste aandacht van wetenschappers nog bij de boeken van Ian Fleming. Voor de film is vanuit die hoek nauwelijks aandacht. En die komt er ook niet snel na de volgende films. Hooguit zeurt men erover dat de verhaallijn in de films niet overeenkomt met de romans.
Later besteedt een enkeling wel aandacht aan de films. Daarbij gaat het vooral over de invloed van James Bond films op bepaalde groepen in de samenleving. Kansspelen zouden dan toch ook een rol moeten spelen, zou je denken. Maar zelfs bij de toename nu van acceptatie van kansspelen, de groei van online spelmogelijkheden en dergelijke, blijft James Bond en gokken onderbelicht. Terwijl er genoeg te vertellen is.
Dr. No verschijnt in 1962 als eerste James Bond film in de bioscopen. Al direct in de eerste minuut zien we daarin vier mannen kaarten om geld, gokken dus. Dat spelen kun je nauwelijks functioneel noemen, ze hadden evengoed een gesprek in een café kunnen hebben. Een wetenschapper zou zich kunnen afvragen waarom voor een gokspel is gekozen.
Wellicht zochten de makers naar een voorspel bij de scène twee minuten later. Die is wel functioneel, maar om een heel andere reden dan velen denken.
We zien een man zijn visitekaartje afgeven aan een receptionist. Hij verzoekt hem deze aan James Bond te geven, die in het casino baccarat speelt. De receptionist loopt naar Bond, die vooral verwikkelt is in een spel met een vrouw in een rode jurk. Hij wint en de vrouw vraagt Bond of ze haar inleg mag verhogen. Daarna verliest ze echter weer.
Kans voor een revanche is er niet. Want de receptionist geeft het kaartje en Bond maakt een eind aan zijn spel. Op weg naar de kassa, om zijn gewonnen fiches in te wisselen, maakt hij wel een diner-afspraak met de vrouw.
Het is een belangrijke scène. James Bond is bekend uit de boeken, maar dit is film. Wie kent James Bond in 1962, hooguit de lezers van de boeken. Om vlot naar het verhaal te kunnen moet de kijker snel een beeld krijgen van de persoon James Bond. Het casino is daarvoor de ideale omgeving, voor een geheim agent met een vergunning tot doden.
In de scène toont James Bond gewend te zijn met de omgangsvormen van de rijken (het casino is Les Ambassadeurs, een van de meest exclusieve gelegenheden in Londen). Hij speelt vol zelfvertrouwen en flirt gemakkelijk met zijn tegenspeelster. Meerdere signalen zijn direct duidelijk voor de kijker. Andere zijn in die tijd voornamelijk bekend bij reclamemensen en psychologen. Het zijn gebruik van symbolen en de psychologische kennis die een breder publiek heeft leren kennen door programma’s als Mindf*ck.
Die inzet van psychologie begint al met het schilderij van een renpaard bij de receptionist. Aan de tafel is het de vrouw gekleed in een jurk met de meest krachtige waarschuwingskleur (rood), het opsteken van een sigaret door Bond, het twee talen spreken, Bond die de bankhouder is. En zo zijn er heel veel verwijzingen in de scène naar eigenschappen die een geheim agent moet hebben of die men James Bond wil meegeven: zelfvertrouwen, makkelijk met vrouwen, bereid risico te nemen etcetera.
In de vervolgfilms worden die eigenschappen weer naar voren gehaald, maar dat hoeft dan al minder nadrukkelijk. Op een gegeven moment tonen de makers de heldhaftigheid van Bond in actiescènes die ze voor de openingstitels tonen.
Tegenstanders van Bond krijgen vaak nog wel een uitgebreidere introductie. In de vroege films speelt gokken daarbij vaak een rol. Zoals in Goldfinger, de derde Bond-film in 1964. Goldfinger speelt in het begin van de film een spelletje Gin Rummy. Bond ontmaskert hem in de scène als een valsspeler. Kennis waar hij al direct daarna gebruik maakt.
Mooie karakterverwijzingen zitten ook in de film Octopussy uit 1983. Daar werpt Kamal Khan, de slechterik in de film, dobbelstenen bij een spelletje Backgammon. Zijn tegenspeler verliest een enorme som geld. Wanneer Khan nog hoger wil inzetten haakt die speler af. James Bond neemt het hoge bod over. Daarmee toont hij wederom zelfvertrouwen en niet-risicomijdend gedrag.
Er komen in latere films andere manieren naast gokken om het gewenste Bond-karakater of die van zijn tegenstanders te tonen. Dat kan een spel zijn als golf, een eenvoudige weddenschap of natuurlijk de seksuele escapades. Laten we, het gaat immers om James Bond en gokken, eens kijken naar zijn gokmotieven.
Wie een paar Bond-films heeft gezien weet dat geld hem onverschillig laat. Daarbij speelt wellicht dat zijn uitgaven slechts kosten zijn voor de Britse schatkist. Zijn tegenstanders zijn echter gek op geld. Ze willen, hoe rijk ze ook zijn, meer geld. En ze willen niet verliezen, zijn bereid vals te spelen en meer. Terwijl James Bond slechts speelt om een relatie te beginnen, hen beter te leren kennen of ze dwars te zitten. Met ander woorden, voor Bond is gokken een middel naar een door zijn baas opgegeven doel.
Bond zelf brengt geldzaken niet ter sprake. Tijdens gokken is hij dan ook niet degene die inzetten verhoogt. Dat doet zijn tegenstander en meestal gaat James Bond daar verstandig mee om. Behalve in Casino Royale, volgens velen de beste James Bond film. In die film verliest Bond een pokerspel. Niet express, omdat het hem naar zijn doel brengt, maar doordat zijn ego in de weg staat.
Hij is te arrogant en zelfverzekerd. Maar hij leert met dat verlies een belangrijke les. Daarna kan hij weer de enigszins afstandelijke geheim agent zijn. De 007 zijn die vertrouwt op zijn zelfcontrole en het haast magische geluk in benauwde situaties en tijdens het gokken.
James Bond heeft dus meerdere redenen om een casino te bezoeken of te gokken. Geld verdienen of rijk worden hoort daar niet bij. Door die houding staat hij boven de opwinding en het ongemak die, in het echte leven, invloed hebben op het spel. Van gokproblemen heeft hij dan ook geen last constateert een van de weinige onderzoekers die James Bond meenam in zijn onderzoek naar gokverslaving.
Doordat geld geen motief is voor Bond verkrijgt hij een voorsprong op zijn tegenstander. Die is immers wel met zijn gedachten bij geld, verliezen goedmaken en dergelijke. Naast de bovengenoemde redenen speelt James Bond in latere films overigens ook voor zijn plezier. Al is het maar om ter ontspanning een vrouw te ontmoeten voor een ‘one night stand’.
Het is in de periode dat de filmkijker in films een mix van geweld, seks, achtervolging en meer wenst. Gokken is daarbij steeds minder een manier om karaktereigenschappen te onthullen. Het casino is gewoon een gezellige omgeving om mensen te ontmoeten en te spreken. Een omgeving waar Bond echter nog steeds vooral naartoe gaat om zijn werk te doen.
Als hij daarvoor moet verliezen, dan doet hij dat. Het spel is immers ondergeschikt aan zijn doel. In Diamonds are Forever en License to Kill speelt hij express slecht om aandacht te trekken. En in A View to a Kill zet hij in op een renpaard, alleen om voor zichzelf te bevestigen dat de eigenaar vals speelt. We krijgen daarna als kijker natuurlijk wel direct een dialoog te zien waaruit blijkt dat James verstand heeft van renpaarden en paardenraces.
In een verhaal als James Bond wint de held het vanzelfsprekend van de slechterik. Dat doet James bij gokken wellicht daadwerkelijk als het hem uitkomt voor zijn doel. Maar als hij verliest zijn er ook hier weer subtiele psychologische zaken waardoor we in Bond een winnaar zien.
We zien dan dat hij verliest, terwijl hij weet hoe een spel gespeeld moet worden. Hij lijkt zelfs de finesse te hebben die alleen bij de professionals bekend zijn. Daarbij is hij bij alles rondom het spel een perfecte geheim agent. Hij kleedt zich bijvoorbeeld onberispelijk en volgens de regels. In het zomerse Monte Carlo draagt hij een wit pak, dat daar dan is toegestaan. Maar in bijvoorbeeld Londen is een zwarte smoking altijd verplicht en draagt hij dat dus als hij het casino binnenloopt.
James Bond heeft slechts een zwakte bij gokken en in de rest van zijn filmleven. Tegenstanders, collega’s en andere verwoorden die zwakte regelmatig in de films. De zwakte van Bond is dat vrouwen zijn beoordelingsvermogen nadelig beïnvloeden. Bij het gokken is dat hooguit vervelend en duur. Bij de vele gevaren waar Bond mee te maken krijgt kan het dodelijk zijn een situatie niet juist in te schatten.
We hebben het hier echter over James Bond en gokken. Dus noemen we On Her Majesty’s Secret Service. Daarin wordt zijn kwetsbaarheid van Bond door vrouwen het meest duidelijk. In die film trouwt Bond, de eeuwige vrijgezel, zelfs. Bond en zijn aanstaande vrouw spelen een spelletje chemin-de-fer met hoge inzet. De vrouw zet roekeloos in en kan haar schuld niet betalen. James toont zich een ridder in nood aan de goktafel. Een hoffelijkheid die hem uiteindelijk noodlottig wordt.
Direct na de bruiloft wordt zijn vrouw vermoord. De makers vonden een getrouwde geheim agent toch niet zo’n goed idee. James Bond moet schurken pakken die macht nastreven, wapens of geheimen stelen of de wereldorde willen veranderen. Als hij zich op dat doel richt, mag hij ook af en toe een gokje wagen in een casino.
Het spel maakt hem niet uit. James Bond heeft een voorkeur voor baccarat, maar even gemakkelijk speelt hij blackjack of roulette. Hij vindt het ook geen probleem verplicht in een bepaald casino te spelen, zoals ter promotie van Las Vegas in Diamonds are Forever. Hij legt zich eenvoudig neer bij wat zijn bazen van hem willen, dat is het lot van een fictieve filmfiguur.