Er is veel geschreven over het bijgeloof van Italianen. In de meeste gevallen gaat het daarbij over de verschillen met ons bijgeloof. In het bijgeloof van Italianen is het getal 17 wat bij ons 13 is. Vrijdag de 17de is voor de Italianen dus een rotdag. Het getal 13 is bij hen juist een geluksgetal. Uitzondering daarop is een diner met 13 personen. Want dat doet ze denken aan het Laatste Avondmaal waarbij er een verrader aan tafel zat.
Geloof en bijgeloof hebben een gelijke oorsprong. In de oertijd liet het ene volk een dode liggen, terwijl een ander volk het begroef, en voedsel en wapens achterliet op de begraafplek. Geleidelijk werden de verschillen groter en werd een handeling door de ene persoon gezien als religieus en door een ander als bijgeloof.
Keizer Constantijn vond bijvoorbeeld 300 na Chr. heidendom een bijgeloof. Ongeveer in dezelfde tijd vond Tacitus, een heidense staatsman, het christendom juist een gevaarlijk en irrationeel geloof. Later vonden protestanten de heiligenverering en relikwieën van de katholieken een teken van bijgeloof. En katholieken vonden dat weer van de riten van hindoes. Enzovoort.
Een verklaring voor het bijgeloof van Italianen en anderen ligt inderdaad in het geloof. In het algemeen komt alle bijgeloof voort uit onwetendheid en angsten. Het ontstond lang geleden in een tijd dat er angst was voor het onbekende.
Vanuit de angsten ontstonden rituelen. Niet onder een ladder doorlopen, een konijnenpoot meenemen, een wens doen met een klavertje vier. Er zijn honderden geluks- en ongeluksrituelen. Vroeger bedoeld om kwade geesten gunstig te beïnvloeden. Tegenwoordig om houvast te hebben in een complexe wereld.
Zelfs die zeggen niet bijgelovig te zijn, hebben meestal nog rituelen die lijken op deze oude gewoonten. Ook al worden die vaak niet meer als zodanig herkent en doen we ze in het uiterste geval af als dwangmatig gedrag.
Italië kennen we als het land van het geloof. Bijgeloof is er wellicht juist daardoor ook veel. Bij Google Italia blijken zoekwoorden rond bijgeloof hoog te scoren. Horoscoop staat op de derde plaats en Tarot op de vijfde plaats van meestgezochte woorden.
Wanneer je een Milanees echter vraagt naar zijn bijgeloof, dan lacht hij dat weg. Bijgeloof van Italianen is iets van het zuiden, zal hij zeggen. Of dat altijd zo was, is niet duidelijk. De afgelopen eeuwen zijn er wel meer verwijzingen naar Sicilië en vooral Napels, als het om bijgeloof gaat.
Omslag van Smorfia dromenboek uit Napels uit 1866.
Bij het bijgeloof van de Italianen wordt tegenwoordig al snel gewezen naar de Napolitaanse Smorfia. Helemaal wanneer het bijgeloof rond de lotto betreft. Het boek La Smorfia is een dromenboek, door sommige Italianen zelfs omschreven als het heilige dromenboek. Oneerbiedig zou je het ook als omgekeerde numerologie kunnen beschouwen.
In het boek kun je na een droom je geluksgetal opzoeken voor de lotto. Op talrijke sites gaat men bij de uitleg van de Smorfia uit van een afbeelding van slechts 90 mensen, dieren en dingen die in een droom kunnen voorkomen. Dat is echter de vereenvoudigde, moderne promotie van een loterij-organisatie. En 90 is het aantal getallen waaruit je kan kiezen bij de Italiaanse lotto.
In werkelijkheid bevat de Smorfia echter honderden voorbeelden van situaties, vaak met detaillering. Droom je bijvoorbeeld van een verdrinking, dan wordt er onderscheid gemaakt tussen verdrinking in een put, zee of het wilde water van een rivier. Het maakt ook nog uit of het een vrouw, jongeman of kind was dat verdronk.
De oorsprong van de Smorfia ligt in een ver verleden, toen de lotto nog niet bestond. Het woord is waarschijnlijk afgeleid van het Griekse Morpheus. Dat was de god van de slaap in het oude Griekenland. Smorfia dromenboeken zijn op verschillende plaatsen in Italië gevonden, dat maakt het voor historici lastig een precieze oorsprong te bepalen.
De meest gangbare verklaring wordt gezocht in de Joodse Kabbala. Volgens die mystiek is er geen enkel teken, woord of letter zonder een, al dan niet verborgen, betekenis. Italianen zelf wijzen ook wel naar de bekende Griekse filosoof Pythagoras. Die emigreerde ruim 500 voor Chr. naar het Italiaanse Croton en hij was gespecialiseerd in cijfers en betekenis.
Met het in de Smarofia gevonden getal kon je dan weer verder in een kalender met verwijzingen. Je zag dan wat de dag je ging brengen. Of het getal werd door bijgelovige Italianen op een andere manier gebruikt om iets te zeggen over hun toekomst.
Mensen gaven de dromen en getallen in het begin mondeling aan elkaar door. Later werden ze op papier vastgelegd. Doordat er veel analfabeten waren, kwamen er afbeeldingen bij. De droomuitleg ging echter verder en werd preciezer. Op een gegeven moment stopte men met de afbeeldingen.
De codering, zoals de droomuitleg ook werd genoemd, werd nauwkeuriger. Zoals we zagen bij het voorbeeld met de verdrinking. Voor andere situaties in dromen werden de details nog veel uitgebreider. Droomde je bijvoorbeeld van een spel, dan bleek elk spel een eigen nummer te hebben. In de moderne tijd heeft een paardenwedstrijd nr 81, een voetbalwedstrijd 50, een kaartspel 17 en een schaakspel 22.
Een afbeelding uit een moderne versie van de Smorfia.
De ouderwetse smorfia raakte geleidelijk grotendeels in onbruik. In Napels ging droomuitleg echter nooit weg. Maar de populariteit van de Smorfia begon ook daar pas weer in de 18e eeuw. Dat gebeurde rond de legalisering van de lotto, de Italiaanse loterij. Daarna drong het geleidelijk weer door in geheel Italië en werd het onderdeel van het bijgeloof van Italianen.
Af en toe moderniseerde een uitgever het boek en werkte hij de droomuitleg verder uit. Rondom het werkwoord eten bijvoorbeeld zijn inmiddels al minstens 100 detailleringen te vinden. Van het eten van groente, fruit en vis tot eten met je handen, eten van levende dieren en het zoeten van gerechten (resp. 40, 56, 63, 72, 27 en 19).
Zoals gezegd, het bijgeloof van de Italianen bestaat nog steeds. Bij de jeugd is de Smorfia wat minder populair. Maar ze hebben altijd een oma of oude tante die het boek heeft of uit ervaring de numerologie van dromen kent. En zoals gezegd, bijgeloof is erfgoed van de mens. Jongeren zoeken de smorfia-getallen wellicht nu op in een applicatie op hun smartphone.