Wij gaan niet kritischer kijken naar onderzoek rondom gokken, want dat doen we al. Onderzoekers gaan dat zelf doen. En dat vinden wij, na het kritisch lezen van talrijke onderzoeken, een goede zaak. Laten we leuk beginnen.
‘Je gaat beter blackjack spelen als je elke dinsdag zuurkool eet’. Hoe vind je dat? Vervelend als je niet van zuurkool houdt. Wellicht heb je dan iets aan deze, ‘linkshandigen nemen meer risico bij blackjack’. Niet linkshandig? Deze dan, ‘de trap nemen in plaats van de lift verbetert je blackjack spel’. Dat moet te doen zijn.
De voorbeelden zijn verzonnen, natuurlijk. We hebben er op de redactie een grappig kwartiertje aan beleeft. Pseudo-resultaten van onderzoek zijn immers eenvoudig en leuk te bedenken. Dat weten we ook uit de voorbeelden waarmee echte wetenschappers kwamen.
Bijvoorbeeld in 2012 de hoogleraar psychologie, wiens naam we niet noemen omdat de openbaring van zijn fraude hem voldoende strafte. Hij beweerde onder andere dat mensen die (rood) vlees eten vaker hufterig gedrag vertonen.
Er zijn ook onderzoeksresultaten die niet zijn verzonnen (tja, of waarbij dat nog niet is ontdekt). De wetenschappers doen daarbij een oprechte uitspraak en schrijven een conclusie. Die kan soms best ‘fantastisch’ klinken. Zoals het veel aangehaalde onderzoek met als gepopulariseerde conclusie: je wordt vrolijker van een potlood tussen je tanden.
Wanneer je het onderzoek leest is die uitspraak genuanceerder. Het zijn vaak de populaire tijdschriften die er een makkelijker beeld bij geven. Letterlijk met een foto van een vrouw of man met een potlood tussen de tanden. En figuurlijk door de nuance in een leuk verhaal te verwoorden. Dat doet aan de oprechtheid van de onderzoekers natuurlijk niets af.
Het probleem ligt erin dat psychologie en soortgelijke wetenschappen niet exact zijn. Bij exacte wetenschap kun je in de meeste gevallen een onderzoek herhalen met eenzelfde uitkomst. Een exacte wetenschapper constateert dat een ei kapot is, als hij of zij het op een stenen vloer laat vallen vanaf tien meter hoogte. Een collega die de proef herhaalt komt tot hetzelfde resultaat.
Een niet-exacte wetenschapper beweert dat hij een ei tien meter kan laten vallen zonder dat het breekt. De exacte wetenschapper die het controleert heeft even later toch echt een kapot ei. Waarop de niet-exacte wetenschapper zegt, ‘maar ik liet het vanaf elf meter vallen, en toen was het na tien meter nog niet kapot’.
Het is een flauw grapje natuurlijk. Onderzoekers van exacte en niet-exacte wetenschap zijn ongetwijfeld allemaal serieus met hun vak bezig. We constateren echter bij het lezen van talrijk onderzoek rondom gokken dat, in vergelijkbaar onderzoek, de resultaten soms enorm uiteen lopen.
Het is een probleem dat wetenschappers zelf ook constateren. Regelmatig zijn er dan ook oplevingen in de wetenschappelijke wereld. Dan roept men op tot verbetering. Bijvoorbeeld wanneer een onderzoeksresultaat, na herhaling door andere onderzoekers, niet reproduceerbaar blijkt met dezelfde resultaten. Soms is aanwijsbaar waar dat aan ligt. In het oorspronkelijke onderzoek was bijvoorbeeld sprake van 12 deelnemers van 21 tot 45 jaar. En in het andere onderzoek deden veertig studenten mee van rond de 20 jaar. Bij onderzoek rondom gokken stoort echter vooral de locatie.
Al jaren schrijven onderzoekers dat de locatie belangrijk is. Dat lees je vooral ook in onderzoek rondom gokken. Zij stellen dat een uitgekleed gokspel laten uitvoeren in een laboratorium, wezenlijk anders dan het echte spel spelen in een casino. Helemaal geweldig is het dan, volgens sommigen, als de onderzoeker zelf deelgenoot is aan het spel.
Dat kan natuurlijk niet altijd. Maar bij veel meer onderzoek rondom gokken is het vaker mogelijk, dan nu gebeurt.
Twee problemen bij onderzoek rondom gokken hebben we nu genoemd. De onderzoeken zijn vaak niet herhaalbaar en de locatie zorgt voor een onjuiste werkelijkheid. Een bijkomend probleem noemden we al eens in een eerder artikel. Het is de onbewust richtinggevende hypothese.
Hans Eyseneck was wellicht de eerste die daar jaren geleden op wees. Hij constateerde dat bij 99% van de onderzoeksverslagen die hij bekeek, de onderzoeker het bewijs vond van de hypothese die hij had gesteld. Met andere woorden, een onderzoeker die wil onderzoeken of je beter blackjack gaat spelen door op dinsdag zuurkoop te eten, zal ontdekken dat dit inderdaad waar is.
We moeten er niet aan denken hoeveel zuurkool zo’n man of vrouw voor zijn onderzoek moet eten. En dat niet alleen op dinsdag. Wij spelen liever een spelletje blackjack. En we kiezen voor minder goed spelen. Want zuurkool eten we niet, tenminste niet op dinsdag.