We schreven al eens dat geleidelijk allerlei nieuwe technieken worden toegepast om gokverslaving te voorkomen. Of probleemgokkers in de gaten te houden. Exploitanten gebruiken daarvoor bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie. De Noren doen het met regels die zijn vastgelegd in hun gokbeleid. Een speler mag bij hen slechts een bepaalde periode spelen en een maximale hoeveelheid geld uitgeven of verliezen.
Bij dat laatste lijken de goeden onder de kwaden te lijden. Immers, er zijn talrijke spelers die lang spelen, af en toe een grote som geld uitgeven of verliezen, maar geen gokprobleem hebben of ontwikkelen. Daarom zijn wij voor die kunstmatige intelligentie. Bijvoorbeeld sensoren die spelgedrag waarnemen, analyseren en dan de probleemgokker herkennen.
De Italiaanse onderzoekster Daniela Altavilla ontdekte onlangs dat probleemgokkers andere woorden gebruiken. Wanneer zij vertellen over hun ervaringen gebruiken ze bijvoorbeeld meer negatieve woorden voor hun emoties. Ze wisselen ook vaker van persoonlijke voornaamwoorden dan andere spelers. Het is het verschil tussen het gebruik van bijvoorbeeld ‘Ik kies dan voor’ en ‘Je kiest dan voor’.
In dat laatste geval gaat het nog steeds over de individuele keuze. Maar de persoon probeert het buiten zichzelf te plaatsen, alsof het algemeen geldend is. Afhankelijk van het onderwerp weiden probleemgokkers ook uit. Waar een gewone gokker zou zeggen ‘Ja, dat vind ik’ maakt de probleemgokker er een lang verhaal van. Hij of zij lijkt zichzelf daarmee te willen verantwoorden.
Dit soort linquitistische fenomenen zijn al veel langer bekend. Ze worden gebruikt bij politieverhoren, therapeutische behandelingen en meer. Dat ze mogelijk een probleemgokker kunnen onderscheiden van een gewone plezierspeler was nog niet onderkent.
Altavilla en haar collega’s gebruikten voor hun onderzoek de beproefde methode van de Amerikaanse psycholoog James Pennebaker. Hij ontwikkelde 25 jaar geleden een computerprogramma voor tekstanalyse, dat hij in de loop van de jaren verbeterde.
Het programma kijkt in een tekst naar allerlei onderdelen. Bijvoorbeeld het gebruik van de genoemde persoonlijke voornaamwoorden. Het is het taalkundige onderdeel, waartoe bijvoorbeeld ook gebruik van voegwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en dergelijke behoren.
Daarnaast bekijkt en telt het programma woordgebruik met een psychologische inhoud. Het gaat dan bijvoorbeeld om emoties, zoals woorden die woede aangeven. Maar zelfs het verschil tussen ‘iets is mooi’ of ‘iets is prachtig’ kan, in een groter verband bekeken, iets betekenen.
Daniela Altavilla, onderzoekster bij de derde universiteit van Rome, deed al vaker onderzoek naar verschillen tussen specifieke groepen. Ze keek bijvoorbeeld naar hoe de gezichtsuitdrukking van leugenaars verschilt van anderen. En ze was geïnteresseerd in bewuste en onbewuste gezichtsuitdrukkingen in het algemeen. Haar onderzoek naar inhoudelijke verschillen bij de verhalen van autistische kinderen en niet-autistische kinderen lijkt het meest op het onderzoek dat ze onlangs afrondde. Het onderzoek dus waar ze ontdekte de probleemgokkers andere woorden gebruiken.
Ze gebruikte voor haar onderzoek deelnemers waarvan bekend was dat het probleemgokkers zijn. In ander onderzoek zou je een referentiegroep moeten hebben; in dit geval van niet-probleemgokkers. Bij tekstanalyse is dan niet nodig, omdat er voldoende gegevens zijn van vele andere typen persoonlijkheden. Wel is waarschijnlijk meer onderzoek nodig om haar onderzoek te kunnen gebruiken bij bestaande kunstmatige intelligentie.
Tekstanalyse werkt zowel bij geschreven als gesproken teksten. Spraakherkenning wordt steeds beter, denk aan Siri, Google Assistant en Alexa. In de bedrijfsomgeving bestaat al spraakherkenning die nog geavanceerder is.
Met tekstanalyse en de resultaten van het onderzoek van Altavilla zijn verschillende toepassingen mogelijk. Naast de al gebruikte visuele sensoren kunnen bijvoorbeeld ook gesprekken in realtime bij de slot machine worden geanalyseerd. Waarna het gokapparaat stopt wanneer een gokprobleem wordt vermoed.
Dat kan zowel in het fysieke casino als bij online spelen. Bij dat laatste kunnen spelers vanzelfsprekend de microfoon uitzetten. Er zijn complotdenkers die vermoeden dat er, ondanks dat uitzetten, wordt meegeluisterd. Wij gaan er vanuit dat zoiets niet gebeurt en dat er eerst ethische discussies worden gevoerd. En dat overheden daarna nog wetten moeten aanpassen. Tot die tijd kun je ongeremd kletsen tijdens het spelen van een potje blackjack of het bedienen van een slot machine.