Wetenschap is de weg kwijt vindt de Australische econoom Jason Collins. Hij heeft het dan met name over gedragswetenschappers. Wanneer zij kijken naar menselijke beslissingen zien ze overal ‘biases’.
Het woord ‘bias’ vertalen we in het Nederlands naar ‘vooroordeel’ en ‘vooringenomenheid’. De bekendste bias die wij kennen is de ‘gokkers denkfout’. Collins vindt het onzin dat ze telkens het etiket ‘bias’ plakken. Wetenschappers zouden hun aandacht beter kunnen geven aan het verklaren van gedrag.
Op maandag 18 augustus 1913 stonden er meerdere spelers rond een roulettetafel in het Monte Carlo Casino. Het balletjes viel al een paar keer op zwart. Enkele spelers gingen op rood gokken. Naarmate in volgende beurten het balletje op zwart viel, groeide dat aantal spelers. En de inzet werd hoger. Het balletje bleef op zwart vallen en enkele spelers waren al blut gespeeld. Uiteindelijk gingen alle spelers onderuit, nadat ook bij 26ste beurt het balletje op een zwart getal viel.
De spelers op deze bijzondere avond waren slachtoffer van de ‘gokkers denkfout’. Ze waren ervan overtuigd dat als iets in het verleden vaker voorkomt dan ‘normaal’, het in de toekomst minder waarschijnlijk is. Na een paar keer zwart moet er dus rood komen.
Maar elke beurt is de kans op zwart of rood weer 50/50. Roulettespelers weten dat. Ze weten dat het balletje geen geheugen heeft. Het zal steeds opnieuw zijn rondjes draaien en uiteindelijk ergens stil komen te liggen. Dat kan in een van de 18 zwarte of 18 rode vakjes zijn, of in het vakje van de bank bij een Europees roulette.
Gedragswetenschappers noemen het gedrag van bovenbedoelde gokkers gebaseerd op een ‘bias’, een denkfout. Collins vindt dat te gemakkelijk. Een speler weet immers dat de kans 50/50 is. Hij heeft genoeg kennis van wiskunde. Toch is er iets waardoor de speler de waarschijnlijkheid anders inschat.
Collins gebruikt het woord niet, maar je zo dat iets intuïtie kunnen noemen. Het woord intuïtie komt uit het Latijn en betekent letterlijk ‘innerlijk weten’. Het is iets weten op gevoel. In het kader van bovenstaande zou je ook kunnen zeggen, intuïtie is weten zonder er over na te denken.
Je kunt je dan afvragen waar dat weten vandaan komt. Bij sommige uitingen van intuïtie kun je het wellicht verklaren met de ervaringen van een individu. Maar de gokkers denkfout is zo algemeen, dat we het waarschijnlijk al generaties doorgeven. En dat het dus gebaseerd is op ervaringen, ideeën en waarnemingen van lang geleden.
Om gedrag te verklaren moet je daarom, volgens Collins, kijken naar de evolutie. Niet etiketten plakken vanuit huidige kennis, wiskundige berekening of gemakzucht. Maar het gedrag verklaren vanuit de evolutie van de mens.
Want het doel van evolutie is niet het genereren van rationeel gedrag. Evolutie zorgt voor gedrag dat de mens helpt en dat hoeft dus niet rationeel te zijn. Als blijkt dat rationeel gedrag de mens helpt, dan zal rationaliteit evolueren in het gedrag. Maar geleidelijk. Sommige dingen evolueren immers in enkele generaties, andere veranderingen doen er miljoenen jaren over.
Gedragswetenschappers plakken het etiket ‘bias’ op gedrag waar zij rationeel gedrag verwachten, terwijl intuïtie wordt gebruikt. Intuïtie vinden zij inferieur. Dat is vreemd vindt Collins, want het komt voort uit evolutie (van ervaringen en waarnemingen) en die bestaat uit zaken die ons helpen en dus ergens goed voor zijn.
Evolutie maakt ook nauwelijks fouten. Wanneer er gebreken, overbodigheden of tekortkomingen zijn, dan worden die verwijderd. Dat kan, zoals we hierboven aangaven, even duren. Evolutie kijkt bovendien bij gedrag niet alleen naar wiskundige waarschijnlijkheid. Maar bijvoorbeeld ook naar nut.
Bij sommige situaties is snelheid geboden. Daarbij gebruiken we bij kansberekening dan informatie uit enkele waarnemingen. Dat deden we vroeger al. Die vroegere waarnemingen hebben, tezamen met denken, geleidelijk geleid tot de wiskunde en bijvoorbeeld meer rationele kansberekening.
Maar dat maakt die eerdere waarnemingen of intuïtief omgaan met kansberekening niet per se verkeerd. Misschien lost het gewoon een ander probleem op, een niet wiskundig probleem. Of is het eenvoudig nuttig intuïtie te gebruiken.
Er kunnen, terugkomend op de roulettetafel in Monte Carlo, allerlei redenen zijn dat we bij de roulettetafel op intuïtie inzetten. Bij roulette zou je nog kunnen zeggen dat het niet uitmaakt. Er zit geen logica in hoe het balletje valt. Elke beurt is een nieuwe kans. Je moet ergens op inzetten, en na zwart zal een keer rood vallen. En meestal duurt dat minder dan 26 beurten.
Wanneer er wel logisch denken mogelijk is en je een volgende stap rationeel kunt overdenken, is daar wellicht geen tijd voor. Door de snelheid van het spel is er geen tijd om een inzet te berekenen of overdenken. Als er geen tijd is, gebruik je intuïtie. Die kan bestaan uit evolutionair gegroeide oude waarnemingen, die je al dan niet combineerde met enkele waarnemingen die je zelf deed in de voorgaande beurten.