Het verhaal van Patrice des Moutis lijkt op dat van James Harvey. Met Harvey als voorbeeld bespraken we eerder het winnen van loterijen met wiskunde. Maar wat Harvey deed met vrienden, voerde Des Moutis lange tijd alleen uit.
Maar laten we het verhaal van Patrice des Moutis bij het begin oppakken. Hij ziet het levenslicht op 18 augustus 1921 in Parijs. Zij vader is een rijke verzekeringsmakelaar met meerdere kantoren in Parijs. De geschiedenis van de familie Moutis bestaat uit oude adel, generaals, diplomaten en admiraals.
Patrice des Moutis heeft twee broers en drie zussen. Ze gaan naar de beste lagere school van Parijs, het Lyceum Janson de Sailly. Maar als de oorlog uitbreekt verhuist Patrice met zijn jongere broer Gilbert naar een internaat in Le Mans.
Na de Franse overgave reist Patrice terug naar Parijs. Hij gaat studeren aan het Ecole Centrale, een technische school en één van de topuniversiteiten van Frankrijk. Twee jaar later al studeert hij daar cum laude af in wiskunde en machinebouwkunde. Kort daarna gaat hij werken als beoordelaar van risico’s in het bedrijf van zijn vader. In 1948 neemt hij de leiding van het bedrijf over.
Een van de technieken die hij gebruikt bij zijn werk is de Bayesiaanse kansrekening. Grofweg zou je kunnen zeggen dat die kansrekening werkt op basis van feiten, met daarbij een sterk subjectieve beoordeling.
We zagen dat al een beetje bij Harry Ogden, de grondlegger van bookmaking. Hij bouwde een goksysteem door statistieken van paardenraces bij te houden en ook zelf goed naar de paarden te kijken. Patrice des Moutis doet in feite hetzelfde. Als specialist in risicobeoordeling kan hij rond 1950 daar vanzelfsprekend betere conclusies uit trekken dan Ogden rond 1790.
Gokken op paardenraces is een schaduwkant van Patrice des Moutis zeggen zijn vrienden later. Paarden beoordelen en wedden leert hij als kind van zijn vader. Hij bouwt erop verder met kennis van mensen en wiskunde. Na zijn werk, of na een vergadering overdag, spoedt hij zich naar een racebaan in de omgeving. Daar zet hij in op basis van zijn berekeningen.
Hij plaatst ook weddenschappen voor meerdere van zijn vrienden. Velen daarvan behoren tot het establissement van Frankrijk. Maar er zitten ook amerikaanse acteurs, arabische leiders en anderen bij. In 1950 wordt hij over dit, volgens de Franse overheid, llegaal faciliteren van gokken voor het eerst door justitie aan de tand gevoeld.
De politie blijft hem in de gaten houden, maar Patrice des Moutis gaat gewoon verder zoals hij dat altijd deed. En dan wordt het 11 november 1958. Het is een feestdag in Frankrijk, veertig jaar na het einde van de Eerste Wereldoorlog. Frankrijk viert dat onder andere met paardenraces op de renbaan van Saint-Cloud.
De belangrijkste wedstrijd is een race van 2500 meter voor merries. Er doen veertien paarden mee. Om een lang verhaal kort te maken. Er is een buitengewoon winnende gokker die zijn inleg van 300.000 oude Franken omzet in een uitbetaling van ruim 21 miljoen Franken. De gokker wil geen publiciteit en wordt ‘monsieur X’ genoemd. Veel later blijkt dat het Patrice des Moutis is.
De Franse staat organiseert legale weddenschappen via een organisatie genaamd PMU (Pari-Mutual Urbain). Inwoners van Frankrijk kunnen hun gok doen in de vele café’s. Patrice des Moutis doet meerdere dezelfde inzetten. Daarmee pakt hij met zijn berekeningen niet een enkele keer winst, maar talrijke keren.
Patrice des Moutis zet steeds meer in en bedenkt strategieën op de grenzen van de wet. Die wet wordt soms zelf bij ministerieel decreet aangepast als blijkt dat Patrice, de anonieme winnaar, weer extreem heeft gewonnen. Als de PMU bepaalt dat een gokker per dag maximaal 25 inzetten mag doen, verdeelt Patrice zijn gewenste inzetten eenvoudig over meerdere café’s.
Het wordt uiteindelijk een kat- en muisspel tussen Patrice des Moutis en PMU/de staat. Een spel met talrijke bizarre voorbeelden. Op nieuwjaarsdag 1962 bijvoorbeeld racet Patrice op één dag langs 100 café’s om zijn gewenste inzet te doen. Die dag wint hij bijna een half miljard Franse Franken.
Er is slechts een ding dat Patrice, dan nog altijd de anonieme monsieur X, aan journalisten meldt: zijn winst is geen geluk maar pure berekening. Waar uiteindelijk ook beredenering bij komt kijken. Dagen voor een wedstrijd is Patrice des Moutis al informatie aan het verzamelen.
Hij heeft zoals gezegd invloedrijke vrienden, waaronder eigenaren van paarden. Het zijn met name die laatste vrienden bij wie hij daags voor een wedstrijd nog informatie inwint. Zijn uiteindelijke conclusies, waarop hij zijn inzet bepaalt, blijken dan vaak anders dan die van bookmakers.
Dat maakt zijn winst extra hoog. Bij PMU weddenschappen is het namelijk gebruikelijk dat de winnaars de totale inleg verdelen, minus de inhoudingen voor de staat. En Patrice bij de races waar hij inzet vaak de enige winnaar.
Zijn buitengewone verdiensten zijn een doorn in het oog van de PMU. Ze vermoeden vals spel. Maar bewijzen kunnen ze het niet. De staat blijf de regels aanpassen en ze houden een enkele keer zelfs uitbetaling tegen. Maar Patrice eist via zijn advocaten zijn winst op en beweert dat hij volkomen legaal speelt. Zijn tactiek, vertelt hij, is gebaseerd op analyse, informatie, inmiddels uitgebreide ervaring en de creativiteit om de mazen in de regels te vinden.
Dat laatste is steeds vaker nodig. Want inmiddels is het ‘geluk’ van Patrice de Moutis landelijk nieuws en bemoeit ook de publieke opinie zich met zijn winsten. En de staat neemt extreme maatregelen om hem te stoppen, bijvoorbeeld de regel dat iedere gokker slechts maximaal 85 nieuwe Franken (= 8500 oude Franken) mag inzetten. Terwijl Patrice juist steeds meer wil inzetten.
Geleidelijk worden de uitslagen van races echter steeds vreemder, bijvoorbeeld als topfavorieten op onverklaarbare wijze verliezen. Patrice echter blijft winnen. Er beginnen verhalen de ronde te doen, waaronder een verwijzing naar de fraude bij beruchte Epsom Derby in 1844.
Dan blijkt Patrice des Moutis inmiddels omgeven te zijn door criminelen uit Parijs, Marseille en Corsica. Hij staat onder druk. En in Frankrijk en enkele andere landen heeft hij een gokverbod. Maar hij blijft gokken.
Op zondag 9 december 1973 is er weer een vreemde race. Bij een wedstrijd over 3,5 km zijn buitengewoon veel weddenschappen afgesloten op negen van de vierentwintig paarden. Juist die negen paarden liggen al snel na de start ruim vooraan in de race.
Er gaan direct allerlei geruchten over omgekochte jockies. Enkele criminelen zijn verdacht. En de tactiek van inzetten lijkt op die van Patrice des Moutis, die dan al een paar rechtszaken achter de rug heeft.
Diverse autoriteiten uit de paardenwereld klappen uit de school. Namen van beroemde en beruchte families worden genoemd. Een rechter besluit tot een uitgebreid onderzoek. Het net rond Patrice sluit en uiteindelijk wordt hij maandag 17 februari 1975 gearresteerd.
Patrice des Moutis wordt langdurig verhoord. In de dagen daarna arresteert de politie meer betrokkenen, waaronder jockeys. Die vinden gemakkelijk hun weg in Fresnes, de oude gevangenis waarin ze zijn opgesloten.
Patrice heeft het zwaarder. Het voedsel staat hem tegen, hij kan niet voldoende sporten en het contact met de andere gevangenen is vervelend. Bovendien moet hij voor bescherming zorgen, tegen betaling, door de weinige gevangenen die hem welgevallig zijn.
Wanneer hij na 142 dagen voorlopig wordt vrijgelaten is hij een gebroken man. Een paar maanden later, op 24 oktober 1975, moet hij voor een tribunaal verschijnen over de race van 1973. De race waar veel bekenden van Patrice heel veel geld wonnen.
Paul Avril, de postbode die zijn dagelijkse rondje doet, vindt Patrice een week voor het tribunaal dood in zijn tuin. Patrice ligt er blootvoets, in kamerjas en pyjama, en een geweer naast zich.
Zelfmoord is het oordeel van de politie. Maar velen twijfelen daaraan. Weer worden de namen genoemd van zowel beroemde als beruchte families en er zijn complottheorieën. Daarnaast zijn er ook bewijzen dat bepaalde criminelen de druk op Patrice, om verschillende redenen, hebben opgevoerd.
Maar een tot een oplossing komt het niet en de politie houdt het op zelfmoord. De zelfmoord van monsieur X, zoals hij ook na zijn dood door kranten nog wordt genoemd.