Ieder mens gokt in het dagelijks leven. Je hebt immers niet altijd genoeg kennis of zekerheid bij een beslissing. Hoe je tot gokken in een (online)casino komt is echter een ander verhaal. Bij een rondvraag op de redactie van OnlineCasinoGround bleek de een als kind in een straat te wonen met een Arcadehal. Een ander werd geïntroduceerd door vrienden. En zo waren er meerdere eerste keren. Daarna moet je het natuurlijk leuk vinden om door te gaan.
Een van de redactieleden had een bijzondere introductie. Hij las als tiener het boek ‘de beste stuurlui dempen de put’ van Willem Wagenaar. Het is een boek waarin experimenteel psycholoog Wagenaar op een onderhoudende manier uitleg geeft over kansberekening, nemen van beslissingen, het gebrekkige geheugen en dergelijke. Hij doet dat met veel voorbeelden uit de gokwereld. We besloten het boek ‘de beste stuurlui dempen de put’ van Willem Wagenaar er ook eens bij te pakken.
Het boekje blijkt inderdaad een prettige introductie in gokbeleving. De opzet van het boekje uit 1977 is wat achterhaald en de schrijfstijl niet helemaal van deze tijd. Maar de meeste voorbeelden sluiten helemaal aan bij de huidige tijd en zijn tijdloos.
Bijvoorbeeld over wonder en toeval. Stel je wint de loterij. De kans daarop is klein, minder dan 0,000etc procent. Als je wint denk je aan een wonder, dat je iets bijzonders is overkomen. Maar het is geen wonder. Er moet elke week of maand een winnaar worden getrokken. De kans dat jij wint is klein, de kans dat iemand wint is groot. Dit keer ben jij het, gefeliciteerd.
In dezelfde lijn ligt een verhaal in de krant. Daar wordt mevrouw A in het zonnetje gezet omdat ze drie kinderen kreeg die alle drie op dezelfde dag jarig zijn. Het lijkt bijzonder, maar de kans daarop is 1 op 133.225 (1/365 x 1/365). Als het niet mevrouw A was, dan was er wel een mevrouw B die het was overkomen. Bij het verschijnen van het boekje in 1977 gebeurde het wereldwijd minstens 50 keer per jaar.
Wanneer we zo’n verhaal lezen staan we even stil bij mevrouw A of B. We maken ons wellicht een voorstelling van haar leven met die drie kinderen en de ene verjaardag die ze gezamenlijk vieren. Casinospelen, loterijen en dergelijke gebruiken dat fenomeen.
Dat ene verhaal van iemand die de jackpot weet te winnen op een video slot is leuk. Maar de kans dat jij wint is klein. We beslissen echter de kleine winstkans te negeren en weg te dromen bij het verhaal wat wij zouden doen als we winnen.
Willem Wagenaar legt veel theorie in het boekje uit met voorbeelden uit het dagelijks leven. Daarbij hebben gokactiviteiten een prominente rol in de uitleg. Dat komt doordat Wagenaar in zijn werkzame leven, in ieder geval in die tijd, uitgebreid onderzoek deed in de gokomgeving.
Hij was daarbij ook iemand die in zijn werk nieuwe wegen zocht. Wagenaar werkte, in die tijd ongebruikelijk, bijvoorbeeld samen met casino’s om een natuurgetrouwe testomgeving te hebben. En hij was ook niet bang om confronterende dingen te doen of zeggen om toehoorders op hun denkfouten te wijzen.
Een voorbeeld van dat laatste vinden we in het verslag van een bijeenkomst over veiligheid in 2005. Jarenlang wordt dan al beloofd een onveilig treinbeveiligheidssysteem te vervangen. Het systeem heeft al honderden keren gefaald zonder ernstige gevolgen.
Willem Wagenaar zegt tijdens de bijeenkomst, nadat hij natuurlijk al jaren doceert over ons slechte vermogen kansen en risico’s in te schatten: ‘Het wachten is op een groot treinongeluk, liefst met veel doden. Het mooist is een schoolreisje waarop veel kinderen hun teddybeer hebben meegenomen’.
Wagenaar doet dus veel onderzoek in de gokomgeving. Daarbij kijkt hij naar kansrekening, denkfouten, belissingen, geheugen en meer. Zijn onderzoeksmethoden en -resultaten zijn opmerkelijk. Vele daarvan worden door andere wetenschappers gebruikt als opstapje voor hun eigen onderzoek.
Resultaten van verschillende onderzoeken in de gokomgeving bracht hij in 1988 samen in het boek ‘Paradoxes of Gambling Behavior’. Een groot deel daarvan is nog steeds actueel. Een ander deel is daarna door anderen aangevuld of aangepast met nieuwe conclusies. Mede door inzichten in andere disciplines, zoals hersenonderzoek.
Paradoxes of Gambling Behavior handelt vooral om besluitvorming in de gokomgeving. Wagenaar geeft in het boek onder andere informatie over blackjack, roulette en loterijen, kansspelen en behendigheidsspelen, en toeval en geluk.
In het boek toont Wagenaar overtuigend aan dat gokken een no-win situatie is, waarbij het casino altijd een groot of klein voordeel heeft. Een zeker voordeel, het bankvoordeel, heeft ze natuurlijk nodig om het spel te kunnen financieren, merkt hij daarbij op.
Belangrijker is zijn conclusie dat spelers hun kansen kunnen verbeteren, maar dat niet doen. Ze gebruiken niet de, vanuit kansberekening of anderszins, meest optimale strategieën. Daardoor heeft het casino altijd meer voordeel dan nodig.
Wagenaar verbaast zich erover dat zelfs ervaren of dwangmatige veelspelers geen tijd besteden aan het verbeteren van hun kansen. Hij bekijkt dat zoals gezegd bij verschillende spellen. Daarbij onderkent hij dat er meerdere drijfveren zijn dan alleen geld. Amusement speelt zeker ook een rol en wellicht zelfs de status van de gokker.
Hij stelt in zijn boek ook vragen. Na zijn vaststelling dat gokken waarschijnlijk een algemeen menselijke eigenschap is, ook buiten de gokomgeving, vraagt hij zich af of gokken ook voorkomt bij niet-menselijke dieren. Dat laatste werd daarna opgepakt door collega’s die onderzoek gingen doen naar gokgedrag bij apen en andere zoogdieren.
Enkele andere opmerkelijke conclusies in het boek. Wagenaar constateert dat blackjackspelers de onjuiste overtuiging hebben dat andere spelers hun geluk in het spel beïnvloeden. Onjuist, omdat een andere speler geen invloed heeft of je van de bank/dealer wint.
Bij roulette viel het Wagenaar op dat mensen gecompliceerde roulettestrategieën spelen. Terwijl de te verwachten winst daarbij niet beter is dan gewoon op een kleur gokken. Verder viel hem op dat de meeste spelers zo spelen dat ze vooral lang kunnen doorspelen. Hij concludeert dat die spelers niet spelen om veel geld te verdienen, maar gewoon uit tijdverdrijf.
Bij loterijen ziet hij dat mensen redelijk op de hoogte zijn van het aantal uitgegeven loten, de hoogte van de prijzen en dergelijke. Ze kunnen daarmee enigszins hun kansen inschatten. Maar de lage verwachte kans schrikt ze niet af. De hoop en opwinding van winnen is groter.
De resultaten van vrijwel alle onderzoek van Wagenaar vertaalde hij naar het dagelijks leven. Want gokken is slechts een bijzondere mini-omgeving van dat gewone leven. Dat maakt het voor Wagenaar tot een ideaal laboratorium om zijn hypotheses te onderzoeken.
Hij noemt drie voordelen van de gokomgeving als onderzoeksterrein, in tegenstelling tot een laboratoriumstudie. Een (online) gokspel heeft problemen die exacte voorspellingen mogelijk maken. Gokkers zijn oprecht in hun beslissingen, ze hebben immers een belang bij de uitkomst. En in een gokspel zit veel herhaling van gelijke stappen, een roulette speler zet immers steeds opnieuw in zonder verveeld te raken.
Beslissen en geheugen speelde bij de vertaling van zijn onderzoek naar het dagelijks leven een steeds belangrijker rol. Geleidelijk werd Wagenaar steeds vaker gevraagd zijn kennis in te zetten als getuige deskundige. Zo leerden de meeste mensen hem kennen. Onder andere zijn optreden in de rechtszaak in 1988 rond oorlogsmisdadiger John Demjanjuk werd breed uitgemeten in de media.
Er was veel kritiek op de rol van Wagenaar tijdens dat proces. De publieke opinie had Demjanjuk al veroordeeld. In getuigenverklaringen van overlevenden werd hij herkend als Iwan de Verschrikkelijke. Willem Wagenaar wees op het geheugen dat na al die jaren fouten maakt. Daardoor zou persoonsverwisseling mogelijk zijn. Dat werd genegeerd en Demjanjuk werd ter dood veroordeeld. Kort daarna bleek uit archiefstukken dat Demjanjuk inderdaad niet Iwan de Verschrikkelijke was. Waarop hij werd vrijgesproken.
Met andere woorden: waar onderzoek in de gok-omgeving toe kan leiden.